'Natte' as in urn (in de urnenmuur)

Rubriek: Begraven en regelgevingOnderwerp: e. Asbestemmingen

VRAAG

Ik heb de volgende vraag over het ophalen van een urn uit onze urnen muur op een gemeentelijke begraafplaats. Een rechthebbende geeft aan dat hij de urn uit de urnenmuur wil opzeggen en wil gaan verstrooien op eigen terrein. De rechthebbende geeft – na het ophalen – aan dat de as niet meer te verstrooien is. De as is niet meer droog. De rechthebbende was er vanuit gegaan dat de as droog bleef in de urnenmuur. De persoon was in 2008 overleden. De rechthebbende heeft nu bezwaar gemaakt tegen de nota. In de brief wordt als bezwaar aangegeven dat ze niet hebben gekregen wat ze hadden verwacht, namelijk: het gezamenlijk uitstrooien van de as was niet meer mogelijk.

Graag verneem ik hoe nu te handelen in deze situatie? Moet dit worden aangegeven bij het uitgeven van een bijzetting in de urnenmuur? Moet het crematorium hier iets over vermelden?

ANTWOORD

U stelt een tweetal vragen: één over de vochtige / natte crematie-as en één over een bezwaar tegen een nota.

  1. U schrijft dat een rechthebbende een urn uit de urnenmuur heeft laten halen om de as op eigen terrein te verstrooien. U heeft op uw begraafplaats(en) particuliere urnen nissen. De rechthebbende kan aan het einde van de grafrecht termijn, maar ook tussentijds, een andere bestemming aan de as geven. Dat is in deze situatie ook het geval geweest. De rechthebbende heeft de urn opgehaald. U geeft niet aan of er een asbus in de urn geplaatst geweest is of dat de asbus in een afgesloten nis gestaan heeft. Voor het vochtig worden van de as kan dat wel uitmaken. Wanneer er gebruik gemaakt is van een standaard kunststof asbus welke afgesloten is met een metalen deksel, kan er – als gevolg van condens – vocht op het deksel komen te staan. Na verloop van enkele jaren is het dan mogelijk dat er door corrosie gaatjes in het deksel ontstaan. Via die gaatjes komt er vocht in de asbus. As is hygroscopisch, dat wil zeggen dat het vocht aantrekt. Het is een natuurlijk proces dat de as gaat klonteren wanneer het vochtig wordt. daar kunt u, noch het crematorium, iets aan doen. Wanneer de as in een goede keramische urn geplaatst is welke ook volledig met behulp van (siliconen)kit afgesloten is, is het risico dat er vocht bij de as komt minimaal. Echter, ook dan is het nooit helemaal uit te sluiten. Met deze kennis is het verstandig om hierover open te communiceren naar nabestaanden. As die jaren in een asbus zit kan onder invloed van vocht/vochtige lucht zijn gaan klonteren. Het hoeft echter niet. Wanneer het de wens is om de as te verstrooien en de as is ‘klontering’, dient deze eerst gedroogd te worden. Het is aan uw organisatie om hierover een beleidsbeslissing te nemen. Biedt u dat aan of niet. Het is niet uw verantwoordelijkheid, maar het is goed om de procedure in een werkproces vast te leggen. Heb er wel erg in dat u, voordat u as uit de asbus haalt om te drogen, hiervoor toestemming van de rechthebbende nodig heeft.
  2. Dan het bezwaar tegen de nota welke u verzonden heeft. Ik heb de beschikking over uw Heffingsverordening van het jaar 2020. Ik neem aan dat voor 2022 alleen de tarieven gewijzigd zijn. Wanneer dat niet het geval is, moet u de actuele Heffingsverordening met Tarieventabel raadplegen voor de teksten. Ik lees in de Tabel in Hoofdstuk 9 dat u een tarief heeft ‘Voor het opgraven of verwijderen van een asbus wordt geheven:’ 9.3 Uit een particuliere urnen nis € 155,00 (tarief 2020). Op basis van dit artikel heeft u een nota (een belastingaanslag!) verzonden. Die aanslag is terecht. De asbus is immers verwijderd uit de urnen nis en aan de rechthebbende overhandigd. U schrijft dat u een brief ontvangen heeft van de (voormalige) rechthebbende. Hij wil de nota niet wil betalen omdat ‘hij niet heeft gekregen wat hij had verwacht. Gezamenlijk uitstrooien van de as was niet mogelijk’. Deze brief dient u ambtelijk te benaderen. Bent u de heffingsambtenaar, dan bent u de aangewezen persoon om een besluit te nemen op dit bezwaar. Ben u geen heffingsambtenaar, dan zal waarschijnlijk een collega van de afdeling debiteuren dit voor u moeten afhandelen welke wel heffingsambtenaar is.

De volgende zaken zijn van belang:

  • Is de brief een officieel bezwaar tegen een nota. Is dat niet het geval, dan kan het ‘bezwaar’ niet ontvankelijk verklaard worden.
  • Is het bezwaar binnen de wettelijke termijn van zes weken ingediend. Is dat niet het geval, dan is het bezwaar niet ontvankelijk.
  • Voldoet het bezwaar aan de daaraan gestelde eisen zoals het notanummer waartegen bewaar gemaakt wordt, motivatie, ondertekend enzovoorts dan kan een bezwaar wel ontvankelijk zijn.
  • Wanneer de nota op grond van 9.3 van Tabel behorende bij de Heffingsverordening gesteld is, is de nota terecht. Het bezwaar kan dan wel ontvankelijk, maar ongegrond verklaard worden. In het Besluit moet vanzelfsprekend vermeld worden op grond van welk artikel het bezwaar ongegrond is. De nota moet gewoon voldaan worden. Heb er erg in om ook de mogelijkheid tot bezwaar tegen dit Besluit te vermelden.

Bovenstaand is in beknopt de procedure die van toepassing is bij een bezwaar tegen een nota. Uw collega’s van de financiële afdeling kunnen u hierbij van dienst zijn of moeten dit bezwaar afhandelen, afhankelijk hoe uw organisatie ingericht is.

Kortom, het is altijd verstandig om tijdig aan te geven dat as in een asbus mogelijk is gaan ‘klonteren’. dat voorkomt een discussie als deze. Een brief welke gezien kan worden als een bezwaar tegen een nota dient conform de hiervoor geldende procedure afgehandeld te worden.

IW nov22
28 november 2022