Voor de villabewoners en de arbeiders

Jan Eijs is onbezoldigd beheerder van RK begraafplaats De Goede Herder in Wassenaar, een begraafplaats waar rijk en minder rijk begraven ligt. Tegenwoordig bijna alleen nog maar in eigen graven: Bijna niemand wil meer in een algemeen graf. De parochie ligt midden in een villawijk, maar is er voor alle parochianen. Niet alleen voor degenen die de buidel kunnen trekken.

Voor de villabewoners en de arbeiders

© Pauline Prior

Jan Eijs is onbezoldigd beheerder van RK begraafplaats De Goede Herder in Wassenaar, een begraafplaats waar rijk en minder rijk begraven ligt. Tegenwoordig bijna alleen nog maar in eigen graven: Bijna niemand wil meer in een algemeen graf. De parochie ligt midden in een villawijk, maar is er voor alle parochianen. Niet alleen voor degenen die de buidel kunnen trekken.

Jan Eijs voelt zich als beheerder van het kerkhof meer betrokken bij de kerk dan wanneer hij gewoon in de kerk zit. Want parochiaan zijn betekent in zijn ogen verbonden zijn. Als parochie vorm je een gemeenschap en als gemeenschap doe je dingen samen. Bijvoorbeeld samen het gebouw in stand houden, maar dat kan ook door een jaarlijkse financiële bijdrage te leveren.

De begraafplaats valt onder verantwoordelijkheid van het parochiebestuur van De Goede Herder, die het beheer heeft overgedragen aan de kerkhofcommissie. De kerk als gebouw valt onder monumentenzorg en de gebouwendienst van het bisdom Rotterdam. Er zijn circa 1200 parochianen, waarvan de helft de kerk ondersteunt. Het gebruiksrecht van de graven is uitsluitend voorbehouden aan parochianen: aan mensen die in Wassenaar wonen en ‘praktiserend kerklid’ zijn.

Er liggen diverse graven van eminente Nederlanders rondom de kerk, onder andere van de staatsman Beel en de zakenlieden Brenninckmeijer, Zumpolle en Dreesman. Oud-politici als Schmelzer, Van den Broek en Van Agt zijn regelmatige kerkbezoekers. De begraafplaats had 204 graven, maar is onlangs uitgebreid met 66 graven. Er is een actief ruimingsbeleid, van zowel familiegraven als algemene graven. Algemene graven heten bij De Goede Herder parochiegraven. De begraafplaats had ooit als beleid dat van alle graven twintig procent uit parochiegraven moest bestaan voor de minder bedeelden, want anders dan men vaak denkt telt Wassenaar niet alleen welgestelden tot haar gemeente. Het was eigenlijk de bedoeling dat er bij de recente uitbreiding nog meer parochiegraven zouden komen. Dat is echter niet gebeurd omdat bijna niemand meer in zo’n graf wil; welgesteld of niet, er is meer vraag naar familiegraven. Daarom worden de parochiegraven nu, tegen de regels in, uitgegeven als familiegraf. Nabestaanden die eerder kozen voor een parochiegraf kunnen er later voor kiezen om de stoffelijke overschotten na tien jaar onder te brengen in een eigen familiegraf. Het is ook wel eens voorgekomen dat iemand uit een parochiegraf weer gekist werd en daarna gecremeerd.

Computers
Jan Eijs werkt al bijna 21 jaar als vrijwilliger op de begraafplaats. Vanaf 1971 om precies te zijn, maar hij is tussendoor wel een tijdje gestopt. Eijs: “Na 12 ½ jaar dacht ik ‘straks gaan ze mijn jubileum vieren’, en dat wilde ik voorkomen. Maar sinds mijn terugkomst werk ik alweer acht jaar op de begraafplaats. In de eerste periode was ik lid van het kerkbestuur en had ik het kerkhof in mijn portefeuille. Nu ben ik de beheerder in de kerkhofcommissie. Wassenaar heeft twee katholieke begraafplaatsen en nog een katholiek gedeelte op de Algemene Begraafplaats. Er is echter maar één priester, waardoor alle taken, buiten de gemeenschappelijke priesterlijke zaken om, een eigen commissie kregen.”

“Vroeger hielden we het dagboek van begraven en van ontvangst bij in een cahier. Toen ik als beheerder begon ben ik alles gaan bijhouden met de computer. In de eerste jaren moest de hele administratie ingevoerd worden, dat was veel werk, maar nu scheelt het tijd. Toen ik hiermee begon waren er nog geen speciale programma’s voor begraafplaatsadministratie voor de Mac. Die heb ik zelf gemaakt. Dat gaf nog wel problemen met de andere bestuursleden, want die hadden een pc en konden mijn programma niet lezen. Totdat er een programma gekocht werd voor kerkelijke administratie die gelezen kan worden door de pc-gebruikers. Nu bestaan er dus twee systemen. Ze wilden dat ik ook het nieuwe systeem ging gebruiken, maar dat is me teveel en ik heb gezegd dat ik dat nu niet meer ga leren. De oplossing is dat ik de administratie op mijn eigen manier op de Mac bijwerk en de anderen houden het bij via hun programma. Beetje dubbelop, maar wel handig. Voor het geval mij iets overkomt, dan kunnen de pc-gebruikers het direct overnemen.”

Stomverbaasd
Eijs is geboren in 1934. Toen hij zes was brak de oorlog uit. Hierdoor heeft hij maar vier jaar lagere school gehad en was hij snel aan het werk. “Ik werkte bij een hoveniersbedrijf in Alphen aan den Rijn. Ik zag daar een totaal andere wereld. Ik was zeer leergierig en heb verschillende opleidingen in de avonduren gevolgd. Ik ging op de brommer naar de hoveniervakschool in Bilthoven. Alles wat ik leerde wilde ik graag doorgeven aan anderen. Daarom heb ik mijn akte ‘Tuinbouwvakonderwijzer’ gehaald en heb ik, naast het leiden van een eigen hoveniersbedrijf, een aantal jaren als vakonderwijzer voor de klas gestaan. Totdat ze er op de middelbare tuinbouwschool in Boskoop achter kwamen dat ik geen middelbare opleiding had genoten. Daardoor zou ik een salarisschaal minder gaan krijgen en geen reiskostenvergoeding meer. Ik was stomverbaasd. Er was een tekort aan leerkrachten en om dan op die manier aan de kant gezet te worden… Ik heb er één dag over nagedacht en toen heb ik mijn ontslag aangeboden. In 1960 was ik inmiddels mijn eigen hoveniersbedrijf begonnen in Wassenaar.”

Voordat Eijs stopte met zijn hoveniersbedrijf deed hij het werk op de begraafplaats er al naast, vertelt hij. “Dat hield ook in dat ik overdag bij een begrafenis of een ruiming hier aanwezig moest zijn. Dat werd te druk.”

Als vrijwilliger ziet hij het niet als zijn taak om ook het onderhoud te doen. “Jarenlang hebben we kunnen profiteren van het werk van vrijwilligers, maar dat loopt terug. Want wie wil er nog vijf tot tien uur per week paden schoffelen, harken of de heggen knippen? Er is nu nog maar één vrijwilliger en die komt alleen als hij zich goed voelt. Vroeger was het een eer om dat voor de kerk te doen, maar niemand voelt zich nog op die manier met de kerk verbonden. In de toekomst zal het werk door bedrijven gedaan moeten worden en dat kost geld. Nu huren we voor het openen en sluiten van de graven en voor het ruimen een aparte firma in. Voor het schoonspuiten van de monumenten komt eens per jaar weer een ander bedrijf, dat eveneens het renoveren van de graven op zich heeft genomen. Dat laatste wordt doorberekend naar de rechthebbenden, maar ik probeer het zo betaalbaar mogelijk voor ze te regelen. Zakelijk contact met nabestaanden is wel nodig. Het beleid moet niet afgestemd zijn op giften, want dan weet je nooit of je genoeg geld binnen kan krijgen.”

Arrogantie
“Uitvaartdiensten worden meestal in de kerk gehouden. Soms willen mensen niet dat er gecollecteerd word tijdens de uitvaartdienst. Dan zeggen ze tegen ons, ‘maakt u zich geen zorgen, wij doen wel een grote gift, als er maar niet gecollecteerd wordt’, maar maanden later is er nog steeds niets ontvangen.” Arrogantie, vindt Eijs. Hij komt het in zijn kerk vrij vaak tegen. “Die omhoog gevallen types zijn duidelijk aanwezig hier. Als ik bijvoorbeeld vraag naar de jaarlijkse bijdrage in het onderhoud, luidt het antwoord dat ‘het komt’ of dat ze bij overlijden een legaat achterlaten voor de kerk. Dat klinkt goed, maar ik kom er nu niet mee uit. Want als mensen het onderhoud afkopen, moet ik wel voor negentien jaar het onderhoud veiligstellen. De onderhoudsbijdrage is voor de begraafplaats bestemd en ik wil dat kerkgelden en begraafplaatsmiddelen gescheiden blijven. Alle kosten die wij maken moeten betaald worden uit de pot van de begraafplaats, ook de kosten van het ruimen.”

“Het terrein van de begraafplaats valt binnen het kerkterrein. Een ander parochiebestuurslid beheert het kerkgebouw met omringend terrein, maar dat komt niet verder dan mijn hagen. De begraafplaats ligt in een waterwingebied. Daarom bestaan alle graven uit gemetselde of prefab kelders. Het lijkt hier soms wel eb en vloed, dus toen bleek dat er hemelwater in de kelders bleef staan moest ook het boren van een enkel gat in de kelder uit de onderhoudspot betaald worden. In het kader van de Arbowet doen we ook geen zand meer tussen de kisten en rusten ze op schotjes, dat scheelt werk bij het ruimen.”

Arm en rijk
“Er wonen in Wassenaar verschillende soorten mensen, waaronder villabewoners en arbeiders. Twee groepen die binnen de parochie nooit een eenheid hebben kunnen vormen. De parochie ligt midden in een villawijk, en we zitten dus tussen de goed opgeleide maar ook ‘omhooggevallen’ rijkdom, om het zo maar te zeggen. Mensen die denken dat ze alles kunnen regelen en organiseren. De ‘doebaantjes’ worden gedaan door mensen uit de arbeiderswijk Kerkhout, de erebaantjes door de villawijk.”

De persoon
Naam: Jan Eijs
Leeftijd: 68
Opleiding: Hoveniersopleiding, daarna akte Tuinbouwvakonderwijzer behaald. In 1960 eigen bedrijf begonnen dat in 1973 werd omgezet in een BV, vanaf dat moment bedrijfsdirecteur.
Functie: Onbezoldigd beheerder.
Wilt u dit werk nog lang blijven doen? “Ja, ik vind het leuk om iets te doen voor de kerk. Het beheer van de begraafplaats geeft me een directer gevoel met de kerk dan dat ik alleen naar de liturgieviering met preek ga. Ik blijf het doen tot het niet meer gaat.”
Wat vindt u het allervervelendste aan uw werk? “Niets.”
Wilt u zelf begraven worden? “Ja.”
Komt u dan op de eigen begraafplaats te liggen? “Ja, ik weet ook al waar.”

De begraafplaats
Aantal crematies en begravingen: “Acht tot twaalf per jaar. Op de begraafplaats mogen alleen ondersteunende kerkleden (mensen die hun kerkbijdragen betalen) liggen. Er zijn 270 graven en elk graf is, vanwege het grondwaterpeil, geschikt voor twee overledenen.”
De mooiste begrafenis tot nu toe? “Ze zijn allemaal even mooi, maar aan één bewaar ik lelijke herinneringen. Dat was de begrafenis van een mijnheer die was overleden op kerstavond. Er was een besluit genomen dat er geen familiegraven meer uitgegeven zouden worden, maar zijn zonen wilden dat ik tòch een parochiegraf zou vrijgeven als familiegraf. Ze probeerden mij door een stortvloed van woorden te overdonderen, wat makkelijk lijkt te gaan als je rechten hebt gestudeerd; dan heb je een overwicht aan kennis en woorden. Op eigen houtje hebben ze toen iemand gevonden met een familiegraf waarin nog één plek over was en daar mochten ze hun vader in leggen. Daar gaven wij geen toestemming voor, uiteindelijk is hij toch in een parochiegraf begraven. Hun handelswijze verpestte mijn hele kerst, we zijn er toch echt voor alle parochianen en niet alleen voor diegenen die de buidel kunnen trekken.”
Heeft u bezwaar tegen het begraven zonder kist? “Nee, als er maar in afbreekbare stoffen wordt begraven. Zodat we geen ‘poppen’ vinden bij het ruimen.”
Mogen nabestaanden zelf de touwen hanteren om de kist in het graf te laten zakken? “Ja, het enige dat hier niet mag is het gebruik van wit marmer voor monumenten. Dat detoneert namelijk met de kerk en de omgeving.”
Het goedkoopste graf? “Een parochie- of algemeen graf voor tien jaar kost € 500,-.”
Het duurste graf? “Het duurste graf is € 4000,-. Het is een familiegraf naast de kerk en er kunnen twee overledenen en twee asbussen in voor twintig jaar.”
Is de begraafplaats kostendekkend? “Ja.”