Vertroosting in Den Bosch
© Pauline PriorBegraafplaats Groenendaal in Den Bosch wordt beheerd door een stichting die de scepter zwaait over het rooms-katholieke, protestante n algemene gedeelte. Beheerder Toine Schalken is tevreden als het onderhoud op peil blijft en de drempel van het kantoor laag is voor de mensen.
Begraafplaats Groenendaal in Den Bosch ging open in 1848. Toen nog onder de naam ‘Orthen’. Vanaf 1978 is het beheer in handen van de stichting Solamen (latijn voor vertroosting) en werd de begraafplaats vernoemd naar de eerste begravene Johannes van den Groenendaal.
De begraafplaats bestaat uit drie delen, een rooms-katholiek gedeelte, een protestants gedeelte en een algemeen gedeelte. Er is geen aparte akker voor moslims. Traditioneel gezien zijn de meeste Brabanders katholiek en dus is het roomse gedeelte het grootst. De stichting heeft het beheer over het rooms-katholieke, protestante en algemene deel. In vroeger tijden mochten mensen die gescheiden waren, evenals ongeboren kinderen, niet in gewijde grond begraven worden. Zij kwamen vanzelf op het algemene gedeelte terecht. Solamen beheert tevens begraafplaats Ketsheuvel die rond 1870 is aangelegd voor de inwoners van Orthen.
Op de begraafplaats staat nog een oud lijkenhuisje. Verder zijn er een oud en een nieuw kantoor, een aula en een kapel te vinden. De kapel werd in 1922 gebouwd als graf voor Bisschop Zwijssen; sindsdien worden er nog steeds bisschoppen en andere katholieke hoogwaardigheidsbekleders in de crypte begraven. “De kapel hoort bij de begraafplaats en is voor iedereen te gebruiken,” zegt beheerder Toine Schalken. “Het bisdom heeft echter liever dat de uitvaartmissen gehouden worden in de kerken rondom de begraafplaats.”
De begraafplaats heeft 33 akkers en plek voor 19.000 graven. Hiervan is de helft bezet. De lege plaatsen liggen verspreid over de diverse velden. Schalken vindt dat erg onhandig. “We zouden graag de mogelijkheid hebben per akker te kunnen ruimen. Al vanaf 1980 zijn we bezig dit voor elkaar te krijgen. Maar met de nieuwe Wet op de lijkbezorging uit 1991 kunnen mensen onbeperkt grafrechten verlengen en zijn we verplicht om deze te respecteren. Na een inventarisatie van de graven, hebben we de nabestaanden aangeschreven met de vraag of ze de graven wilden houden. En zo ja, of het graf, op onze kosten, verplaatst mocht worden naar een ander veld. We kregen veel bezwaren – en dat viel ons eigenlijk wel tegen, want dit houdt in dat we geen akkers helemaal leeg kunnen krijgen om deze opnieuw in te richten en de graven vervolgens per rij uit te geven. We moeten nu om de graven heen en dat kost veel meer tijd en dus geld.”
Op het gebied van graftekens is de begraafplaats redelijk streng, maar ook duidelijk, vindt Schalken. “Ons beleid is om per akker aan te geven wat voor soort monumenten erop mogen staan. We merken ook dat mensen een veld waar alle vrijheid is in de vorm van de gedenktekens al snel als rommelig ervaren. Er zijn daarom akkers met alleen familiegraven, met uniforme graftekens, met vrije gedenktekens, een apart urnenveld en een veld met keldergraven. Uitvaartverzorgers geven onze folders mee aan nabestaanden. Hierin worden de voorschriften en de verschillen tussen de monumenten zeer uitgebreid beschreven. De prijsverschillen zitten hem trouwens vooral in de monumenten die mensen laten maken en niet zozeer in onze prijzen.”
Bijzondere urnenplaatsen
“Soms worden je wensen al vervuld terwijl je er nog maar net over aan het denken bent,” zegt Schalken. En dan heeft hij het over de bijzondere asbestemmingen op Groenendaal. Hij dacht over een mogelijkheid voor het plaatsen van asbussen. Door ‘een nieuw columbarium’ tot inzet van een prijsvraag in het kader van ‘de dag van de architectuur’ in 2000 te maken, telt de begraafplaats nu twee bijzondere plekken waar urnen geplaatst kunnen worden. “Er waren dertig inzendingen, we hebben er twee uitgekozen om te realiseren.” Dat is een glazen urnenwand van Frans Horio en urnenzuilen van Jan Bakens.
Tevens ontving de begraafplaats in 2000 de Brabantse Monumentenprijs. Het juryrapport vermeldt dat dit onder andere is ‘vanwege de gecompartimenteerde en wisselende lagenstructuur en de grote variatie aan grafmonumenten, maar ook om de rondleidingen die door bekwame gidsen worden gehouden.’ De bijbehorende geldprijs werd gebruikt om een gedenkteken op te richten voor alle doodgeboren kinderen die in het verleden veelal in ongewijde aarde zijn begraven of bijgezet. Dit gedenkteken, van de kunstenares Sien van Meurs, lid van Memento, werd in maart 2003 onthuld.
Lage drempel
Op de vraag wat Schalken vooral belangrijk vindt bij het beheer van zijn begraafplaats is hij duidelijk: “Dat het onderhoudsniveau op peil blijft. Dat wordt gegarandeerd door een zichtbestek dat we hebben opgesteld samen met het hoveniersbedrijf. Als beheerder hoef ik alleen maar te controleren of ze zich daar aan houden. Verder vind ik het belangrijk om de drempel van het kantoor zo laag mogelijk te houden. Praten over verlies en rouw hoort erbij. Maar het moet niet ten koste gaan van het werk.”
De persoon
Naam: Toine Schalken (52)
Opleiding: Meao en katholieke leergangen MO Boekhouden. “Deze opleiding heb ik niet afgemaakt. Ik heb geen opleiding gevolgd als beheerder, maar ik hou wel al jaren de vakliteratuur bij.”
Functie: “Beheerder. Ik werk sinds 1978 op de begraafplaats. De eerste jaren op de administratie, maar door mijn kennis van het vak ben ik in 1989 gevraagd om beheerder te worden. Ik ben alles bij elkaar 26 jaar in dienst van de stichting. Ik wil hier ook blijven werken tot de VUT of mijn pensioen aan toe. De leeftijd waarop je kan stoppen is nogal aan veranderingen onderhevig, dus wie weet moet ik wel tot mijn zeventigste blijven werken.”
Wilt u zelf begraven worden? “Dat laat ik graag aan mijn naasten over. Zij beslissen of ze me willen cremeren of begraven. De keus zal worden ingegeven door het feit of ze me kunnen en misschien ook willen bezoeken. Als je op een begraafplaats werkt denk je meer na over de dood dan een doorsnee Nederlander en daardoor voel ik wel iets voor reïncarnatie. Maar of er maar een beperkt aantal zielen zijn op de wereld, dat weet ik niet. Het zou wel een stuk eerlijker zijn als mensen die in het rijke Nederland geboren zijn, de volgende keer in Afrika geboren worden, en visa versa.”
De begraafplaats
Aantal begravingen per jaar: “Zo’n 350, 360 per jaar. Daarbij zitten ook de bijzettingen van ongeveer 50 asbussen per jaar. De begraafplaats is 12 hectare groot en telt 19.000 grafplekken.”
Bezwaar tegen het begraven zonder kist?: “Nee, geen bezwaar. Er is trouwens maar één keer een dergelijk verzoek geweest, dat ging om een moslim.”
Mogen nabestaanden de touwen hanteren?: “Ja, dat gaat dan onder begeleiding van de uitvaartbegeleiders. We hebben een eenvoudig te bedienen lift, dat mag ook.”
Wat is de mooiste begrafenis die u is bijgebleven? “Tsja, vorige week hebben we nog een motorrijder begraven, die kwam in een kist in zijspan het terrein op. De andere motorrijders moesten op het parkeerterrein blijven. In principe mag alles hier, maar ik vind wel dat de begraafplaats een plek is waar rust moet zijn. Brommers verbied ik het liefst ook, fietsen en gemotoriseerde gehandicaptenwagens kun je natuurlijk niet verbieden.”
Duurste graf: “Een grafkelder voor vier personen. Die kost € 3084,- voor 20 jaar, daar komt nog € 286,- bij voor elke bijzetting.”
Goedkoopste graf: “Op Groenendaal hebben we geen algemene graven voor volwassenen. Wel is er de mogelijkheid van een algemeen graf voor een doodgeboren kind. Dat kost voor 20 jaar € 77,- inclusief onderhoud.”
Is de begraafplaats kostendekkend: “Ja, want we hebben weinig overhead. De stichting heeft een bestuur van vijf vrijwilligers. Op de begraafplaats werken twee grafdelvers, een administratieve kracht en ikzelf. De bomen worden verzorgd door Copijn en een hoveniersbedrijf doet de groenvoorziening. Er wordt ongeveer zestig keer per jaar gebruik gemaakt van de condoleancekamer en daar huren we dan een cateringbedrijf voor in.”