Terug naar de grafheuvel
© Anja KrabbenDe grafheuvel: een oplossing voor ruimtetekort op begraafplaatsen en een goede publiekstrekker, als populair alternatief voor begraven en cremeren. Dat meent Anton Vervaart, uitvaartondernemer in Vianen en bedenker van de kant-en-klare grafheuvel die het bedrijf Remion als eerste in Nederland op de markt brengt. Het publiek wil wel – “veel mensen zijn bang in de blubber te liggen” – nu nog de begraafplaatsen overtuigen.
In prehistorische tijden was het begraven in grafheuvels in onze contreien een veel voorkomend gebruik. Men woonde op terpen en begroef in heuvels, hoog en droog. In heel Nederland zijn ze nog te vinden, grafheuvels, hoewel niet altijd meer als zodanig herkenbaar. Vele eeuwen later is van deze oude traditie op de Nederlandse begraafplaatsen weinig meer terug te vinden. Ons land kent maar enkele moderne grafheuvels. De beroemdste is die op begraafplaats Soestbergen, ook wel de rotonde van Zocher genoemd, die onlangs geheel is gerestaureerd. Daarnaast heeft begraafplaats De Cauberg in Valkenberg de mogelijkheid van bijzettingen in nissen in een heuvel en is er ‘De Cavalieberg’ op de begraafplaats van H. Landstichting.
De plaatsing van een grafheuvel zou veel begraafplaatsen niet alleen een afwisselender en verrassender aanblik geven, het zou ook een oplossing kunnen zijn voor toekomstig ruimtetekort. Met een grafheuvel bespaar je ruimte. In een grafheuvel kun je meer mensen kwijt dan op hetzelfde oppervlakte gewoon in de grond – tevens het belangrijkste verkoopargument waarmee het bedrijf Remion, als eerste en enige in Nederland, een kant-en-klare grafheuvel op de markt brengt, met een diameter van 25 meter en ruimte voor 150 bijzettingen.
Het idee voor deze grafheuvel en het oorspronkelijke ontwerp is van Anton J. Vervaart, uitvaartondernemer in Vianen. Vervaart: “Het idee ontstond bij een hunebed, zo’n vijf jaar geleden. Vervolgens heb ik contact opgenomen met architect Max Verkade uit Utrecht en zijn we tot een echt ontwerp gekomen.” Remion, een bedrijf dat diverse artikelen levert aan gemeenten en begraafplaatsen, van grafkelders tot zitbanken en van afvalbakken tot fietsenrekken, heeft de verkoop op zich genomen. De heer Van Halum van Remion: “We zijn er nu een jaar mee bezig, en na wat technische aanpassingen is de grafheuvel op papier nu helemaal uitgedacht en klaar. Het wachten is nu op de eerste plaatsing. De verwachting is dat wij binnenkort de eerste opdracht binnen zullen hebben. We zijn nog in onderhandeling met diverse begraafplaatsen. Nee, die kan ik nu niet noemen.”
De grafheuvel is opgebouwd uit prefab betonnen elementen en wordt in losse onderdelen geleverd. De assemblage vindt op de plaats van bestemming plaats. Aan de buitenkant wordt de heuvel bedekt met gras, de zichtbare oppervlakten aan de binnenkant worden gepolijst en ‘zijn eenvoudig in het onderhoud,’ aldus Van Halum. De grafheuvel is twee meter hoog en gaat één meter de grond in. Volgens architect Verkade moet het zo zijn “dat als je op je tenen staat je er als het ware net overheen kunt kijken. Het is dus geen enorm hoog en gezichtsbepalend object.”
De grafheuvel heeft een open binnenruimte en kan via een trap bestegen worden, waarna je er van bovenaf in kunt kijken. De heuvel heeft acht nissen, waarvan één open is en als toegang fungeert voor bezoekers en voor bijzettingen. De graven bevinden zich in de overige zeven nissen. De kisten gaan in boven elkaar gestapelde nissen en kunnen worden afgesloten met een gedenksteen. Ook kan een fotolijstje of een bosje bloemen worden neergezet. Op de heuvel kunnen in de buitenste ring grafstenen worden geplaatst voor de bovenste graven. Daarlangs loopt een pad.
“Het basisontwerp staat vast, maar daar binnen zijn vele variaties mogelijk,” laat Van Halum weten. “Een grafheuvel alleen voor graven of voor graven én urnen. Men kan ook kiezen voor acht open nissen en toegangen in plaats van één open nis.” Daarom kan Van Halum ook geen prijs noemen. “De kosten zijn niet alleen afhankelijk van de uiteindelijke uitvoering maar ook van de bodemgesteldheid. Moet er geheid worden? Welke betonsoort wordt er gekozen? Als iemand geïnteresseerd is, dan maken wij op dat moment een calculatie en die is van zoveel dingen afhankelijk.”
“Ruimtebesparing is de grote opzet van de grafheuvel,” aldus Van Halum. “Maar dat is vooral voor begraafplaatsen interessant. Mensen die ervoor kiezen hierin bijgezet te worden – want begraven is het niet, je gaat niet de grond in – die vinden cremeren niets. Dan blijft er alleen een hoopje as over. En begraven vinden ze ook niets, opgegeten worden door de pieren zeggen ze dan, terwijl er in werkelijkheid geen worm aan te pas komt. Dus kiezen ze voor de grafheuvel.”
Ook Vervaart weet zeker dat er veel mensen zijn die graag voor deze vorm van begraven zouden kiezen. “Ik ken zo al drie mensen die daar begraven willen worden. Dat lijkt niet veel, maar mensen moeten het eerst zien. Veel mensen zijn bang in de blubber te liggen. Mijn vader komt uit Boskoop, daar moet je uitkijken dat je niet boven komt drijven. In Wageningen hebben ze onderzocht dat de ontbinding in een grafheuvel sneller gaat, vanwege warmte en vocht. Het beton neemt vocht op. En een ander voordeel: geen bevroren graven in de winter.”
Of het publiek er werkelijk iets in ziet, daar zou Coöperatie PC antwoord op kunnen geven. Sinds enige tijd houdt deze uitvaartcoöperatie een enquête op hun site bij Uitvaart.nl over begraven in een grafheuvel. ‘Wie ziet er wat in?’ is de vraag, voorzien van een afbeelding van de grafheuvel van Remion. PC peilt tevens de bereidwilligheid van mensen om meer te betalen voor een plaats in een grafheuvel, welke kosten volgens PC hoger worden dan bij een normaal huurgraf. Hans Schouten, manager marketing en statistiek bij PC, zegt: “Binnen de organisatie ontstond discussie over de vraag of een grafheuvel in een behoefte zou voorzien. Zo kwamen wij op de enquête.” Schouten wil aan De Begraafplaats echter niets kwijt over de (eerste) resultaten van de enquête. Hij weet ook niet of die resultaten ooit naar buiten worden gebracht. Maar misschien dat PC tegen begraafplaatsen die er serieus over nadenken een grafheuvel te plaatsen mededeelzamer is.
Het is niet ondenkbaar dat PC zelf de eerste is die de grafheuvel van Remion aanschaft. Maar ook daarover wil Schouten niets kwijt, wel dat “het niet van de enquête zal afhangen.” De maquette van de grafheuvel heeft enige tijd bij begraafplaats Vredenhof in Amsterdam gestaan, waar PC groot aandeelhouder van is.
“We hebben onderzocht of een grafheuvel tot de mogelijkheden behoort,” zegt de heer Wolters, beheerder van Vredenhof, “maar het is nu weer even in de ijskast gezet. Het is toch een hele investering. Als je gaat rekenen kom je per graf toch veel duurder uit dan bij een gewoon graf. Of dat opweegt tegen de ruimtebesparing die het met zich meebrengt, weet ik niet. Maar het besluit is nog niet genomen. We hebben tegen elkaar gezegd: dan zijn we maar niet de eerste die hem plaatst maar de tweede, dan kunnen we het even aanzien.”
Dat is nu net het probleem, meent Vervaart. Geen enkele begraafplaats durft de eerste stap te doen. “Er hoeft er maar één te komen en de rest komt vanzelf. Als ik in Brabant ben zie ik zoveel rooms-katholieke begraafplaatsen die bijna vol zijn. Daar zou een grafheuvel een uitkomst zijn. Tuurlijk is het een hele investering, maar een stuk grond erbij kost ook geld.”
Remion heeft een boekje uitgegeven over de grafheuvel, met veel bouwtekeningen. Deze kan bij Remion worden aangevraagd op telefoonnummer (0346) 265 111.