Ter inspiratie

Alles kan ter inspiratie dienen: kunst, literatuur, films, reizen, gesprekken met anderen. Als je er maar voor open staat. Als je maar bereid bent over grenzen heen te kijken. Een presentatie in het Nederlands Uitvaart Museum Tot Zover en het onlangs verschenen Het Groot Gedenkboek zijn twee bijzondere en toegankelijke inspiratiebronnen voor begraafplaatsen.

Ter inspiratie

© Anja Krabben

Alles kan ter inspiratie dienen: kunst, literatuur, films, reizen, gesprekken met anderen. Als je er maar voor open staat. Als je maar bereid bent over grenzen heen te kijken. Een presentatie in het Nederlands Uitvaart Museum Tot Zover en het onlangs verschenen Het Groot Gedenkboek zijn twee bijzondere en toegankelijke inspiratiebronnen voor begraafplaatsen.

gedenkboek-2

Begraafplaatsen kunnen in deze tijden van teruglopende begraafcijfers wel wat inspiratie gebruiken. Hoe maakt u uw begraafplaats aantrekkelijk voor meer mensen? Zonder te vervallen in platvloers vermaak, zoals de vertoning van horrorfilms of het vieren van Halloween, zoals Amerikaanse begraafplaatsen menen te moeten doen. De meeste mensen willen maar wat graag een sfeervolle plek waar ze hun doden kunnen gedenken, of die doden er nu daadwerkelijk liggen of niet, en hun eigen sterfelijkheid te overdenken. De begraafplaats als hét gedenkpark van stad of dorp waar iedereen zich thuis voelt. Koester die plek, maak die plek nóg sfeervoller. Laat u daarbij inspireren door anderen.

Midden in het leven

Museum Tot Zover wilde “iets spannends voor de zomer en herfst,” vertelt directeur Guus Sluiter tijdens de opening van ‘Architectuur en dood’, een presentatie van afstudeerwerk van vier recent afgestudeerde architecten en ontwerpers: de ‘Best of Class’. Met de Best of Class – dit is de eerste, er zullen er meerdere volgen – wil Tot Zover een podium bieden aan jong talent, studenten en pas afgestudeerden op het gebied van kunst, design, architectuur en communicatie.

De vier getalenteerden van deze eerste Best of Class-presentatie ontwierpen een hospice, een crematorium en twee begraafplaatsen, en alle vier – toeval of niet – plaatsen ze deze plekken des doods midden in de samenleving. Tot Zover toont de maquettes en geeft uitgebreid nadere toelichting in tekst en fotografie.

Bart van der Salm ontwierp een ‘Tussenthuis’ voor de laatste levensfase, een plek om te sterven midden in Zwolle. Het afstudeerproject ‘De laatste wandeling’ van Christianne Schets is een ontwerp voor een nieuw crematorium op de bestaande binnenstedelijke begraafplaats Orthen in Den Bosch. Eunhae Kwon en Michael van Bergen ontwierpen beiden een begraafplaats.

Van Bergen ontwierp een begraafplaats als een gebouw, in meerdere verdiepingen, en situeert deze midden in Amsterdam, aan het Marnixplein. Het is een gebouw dat opgaat in de stad, deel uitmaakt van het drukke stadsleven, want de doden horen bij de levenden. Maar tegelijkertijd biedt de plek ruimte om tot rust te komen, om er te begraven, te rouwen, te herdenken. ‘Nieuw Leven voor de Dood’ heet zijn afstudeerproject.

De plattegrond van de begraafplaats die Eunhae Kwon ontwierp heeft de vorm van een ‘wankele doodskist’. Of van een enigszins asymmetrische vlieger – het is maar net hoe je het bekijkt. Op de diverse uitstekende punten van de vlieger heeft ze ‘5 gates of Mourning’ geplaatst, de titel van haar project. De vijf toegangspoorten verbeelden de vijf gevoelens die rouwenden kunnen hebben (niet per se allemaal en niet per se in dezelfde volgorde) en bieden een (schuil)plek voor deze gevoelens: de Poort van Boosheid (Anger), de Poort van Onderhandelen (Bargaining), de Poort van Depressie (Depression), de Poort van Acceptatie (Acceptance). Mijn favoriet is de Poort van Ontkenning (Denial). Het is een brug die de begraafplaats overspant, van de ene kant naar de overzijde, over de begraafplaats heen. ‘Voor mensen die aanvankelijk het verlies ontkennen en wanhopig de pijn en het verdriet proberen te ontlopen,’ aldus Kwon.

Als symbool van ontkenning of gewoon omdat het een unieke en andere kijk op een begraafplaats biedt, waarom is een dergelijke brug nergens te vinden? De enige begraafplaats die mij te binnen schiet is Cimetière de Montmartre in Parijs, waar de Rue Caulaincourt over de lager gelegen begraafplaats loopt. Vanaf de drukke straat, met auto’s en bussen die voorbij razen en voorbijgangers die passeren, kijk je neer op de stad des doods daaronder, deel uitmakend van het leven, maar ook weer niet.

Leuk idee

Misschien denkt u: ‘Leuk, die ideeën van die kunstenaars, maar totaal onuitvoerbaar. Wat heb ik daaraan in de praktijk?’

Eerst het onuitvoerbare: drie van de vier architecten hebben daadwerkelijk een plek bedacht voor hun creatie, in Den Bosch, Zwolle en Amsterdam, en zien niets liever dan dat hun project wordt uitgevoerd. Het is aan de diverse plaatselijke overheden het lef te tonen daar ook gehoor aan te geven.

Maar ook ideeën die nooit tot uitvoering komen, kunnen rijke bronnen van inspiratie zijn. Ontwerpen die u met een ander, onverwacht oog naar uw eigen begraafplaats laten kijken.

Hetzelfde geldt voor Het Groot Gedenkboek, dat (400 pagina’s) dik en zwaar is en vol staat met prachtige foto’s en inspirerende teksten over gedenkplaatsen. ‘Gedenkplaatsen toen, nu, straks. Zoektocht door het ritueel landschap’, zo luidt de ondertitel. Het boek is in eigen beheer uitgegeven door Gerritjan Deunk, grafisch vormgever, uitgever en tijdschriftenmaker. Er hebben diverse auteurs aan meegewerkt, waaronder Ada Wille en Marie-Louise Meuris, bekenden voor lezers van De Begraafplaats.

Wat maakt een landschap (of een plek) geschikt voor rituelen? Wanneer vinden we een landschap (of een plek) zo aangenaam dat we er graag zijn, om te mediteren of gewoon om te picknicken? Dat is de centrale vraag in het boek. Vertaald naar uw situatie: Hoe kunt u de begraafplaats (nog) aantrekkelijker maken voor de mensen uit uw dorp of stad om er tijd door te brengen, ook als er geen overledene te betreuren is? De teksten en beelden in het boek nodigen uit daarover na te denken en tot ideeën te komen. Als een moodboard.

Precies zoals veel architecten en ontwerpers ook te werk gaan. Michael van Bergen heeft voor hij aan zijn project begon een dik boekwerk samengesteld met foto’s van uitvaartrituelen en begraafplaatsen in binnen- en buitenland. Ter inspiratie. En zo is ook een van de (wat mij betreft) best geslaagde crematoria van de laatste jaren tot stand gekomen, dat van de Amstelveense begraafplaats Zorgvlied. Directeur Arpad Nesvadba en de architecten werkten met een moodboard bestaande uit foto’s en tekeningen van bouwwerken die de juiste sfeer weergaven, de sfeer die zij zochten voor hun crematorion (zie het vorige nummer).

Daarom, bezoek deze zomer Tot Zover. De presentatie ‘Best of Class is tot 30 oktober te zien. En vergeet dan niet tevens over begraafplaats De Nieuwe Ooster te lopen, één groot real live moodboard. En bestel een exemplaar van Het Groot Gedenkboek op de site www.gedenkboek.com (voor € 39,95, verzendkosten worden niet gerekend). Leg het neer op een plek waar u en uw medewerkers dagelijks een rustpunt vinden (de koffie drinken) en blader er regelmatig in. Beter nog, koop twee exemplaren, een voor u en een voor de bezoekersruimte. Het is een kleine investering voor uw begraafplaats, met wie weet grote gevolgen