Je hebt zand en je hebt zand
Het komt voor dat de grond waarin begraven wordt eigenlijk helemaal niet geschikt is voor dat doel. Polderland, rivierkleigebieden, veenkoloniën, er zijn zat plaatsen in Nederland waar de grond teveel water vasthoudt of te weinig ‘ademt’.
Menig begraafplaatsbeheerder wenst zich bij een bijzetting, opgraving of ruiming dan ook wel eens dat hij het graf niet had geopend. En dat de begraafplaats zich zou bevinden in een wat warmer, droger en vooral zanderiger en zuurstofrijker klimaat. Niet alleen de bedrijfsvoering en het welzijn van de medewerkers van de begraafplaats zijn gebaat bij een voorspoedige lijkontbinding. We dragen in dit opzicht ook een ethische verantwoordelijkheid ten opzichte van de doden.
Nu veel begraafplaatsen bezig zijn met renoveren, ophogen of uitbreiden, vraagt men zich nogal eens af welke (nieuwe) grondsoort het beste kan worden aangebracht. En zijn er misschien ook nog milieueisen waarmee rekening gehouden moet worden? Als nieuwe consulent die een dergelijke vraag binnenkrijgt, raadpleeg je dan natuurlijk eerst even het archief van voorganger Wim Zaalberg: “Los van de zogenaamde ‘schoongrondverklaring’ die tegenwoordig vereist is bij zwarte grond en zand, zijn er wettelijk geen andere eisen voor begraafplaatsen,” schrijft hij ergens aan een van onze leden. “Maar het begraven in zand verdient echter sterk de voorkeur boven andere grondsoorten omdat dat garant staat voor een optimale lijkvertering. Hoe grover het zand, hoe beter. Maar te grof kan niet, want dan gaat het teveel lopen bij het delven van het graf. Een zekere ‘kleef’ is daarom gewenst. Een leemachtige zandgrond en zandgrond met een klein percentage humus wordt daarom aanbevolen. Overigens is het probleem dat het zand gaat rollen tegenwoordig iets minder groot, nu er vaker met gesloten aluminium bekistingsringen wordt gewerkt in plaats van met losse houten planken.”
Zeezand taboe?
Zeezand is in grote voorraden beschikbaar maar absoluut ongeschikt als grondsoort om in te begraven. Het zoutgehalte werkt nadelig op de lijkvertering. Daarnaast is het natuurlijk geen goede ondergrond voor de beplanting en het groen op de begraafplaats. Tenzij je zeekomkommers wilt gaan kweken.
Soms wordt er ontzilt zeezand aangeboden. Dit zand is dan met zoet water gespoeld om het zoutgehalte omlaag te krijgen. Betekent dat dan dat het probleemloos voor begraafplaatsen kan worden aangewend? Is het niet te fijn van structuur? En hoe zou het zitten met zand uit het IJsselmeer? Dat wordt ook veelvuldig verkocht. Je zou denken, daar is het water tegenwoordig zoet dus dan is het zand dat ook. Maar vroeger was de Zuiderzee toch echt zout en wat betekent dat voor het zand?
Jan Westra, projectleider bij Oranjewoud, geeft een kleine toelichting: “Ontzilt zeezand hoeft geen probleem te zijn als het maar aan de voorwaarden voldoet. Begraafplaatsbeheerders moeten dus altijd een certificaat vragen of een zandmonster hierop laten controleren. Dit vraagt de waterkwaliteitsbeheerder ook.”
Westra vervolgt: “Het zand uit de vroegere Zuiderzee kan hetzelfde zijn als wat aan wal gewonnen wordt. In de ijstijden zijn zowel in de huidige Noordzee (toen land) als op het vasteland lagen dekzand terecht gekomen. De zandlagen komen op diverse dieptes voor en de grofheden variëren, afhankelijk van de plaatselijke geologische omstandigheden. Dus zowel te land als ter zee komen verschillende zandlagen voor, met verschillende korrelgroottes. Zand uit het IJsselmeer heeft dezelfde eigenschappen als Noorzeezand want is op dezelfde manier ontstaan. Ook hier kan het zoutgehalte problemen opleveren, dus geldt hier ook: bemonsteren! De keuze voor en controle op het juiste zand is specialistisch cultuurtechnisch werk. Je moet geen zand gaan bestellen alsof het een kilo suiker is. Je hebt zand en je hebt zand: het kan heel verschillend zijn.”
De conclusie van Westra is duidelijk: koop niet zomaar los zand voor op de begraafplaats, laat je deskundig adviseren en houd je aan bijgevoegd recept.
Het recept van Oranjewoud
– Grondsoort is zand (matig grof);
– zandeisen: M50 210 – 300 mu (mu is de korrelgrootte);
– leemgehalte (dit is granulaire delen kleiner dan 50 mu) mag maximaal 5% bedragen (liever lager);
– organische stof gehalte mag maximaal 1% bedragen (liever lager);
– het zoutgehalte van het te leveren zand mag maximaal 200 mg CL (chloor) per kg droge stof bedragen.