Integratie, ook op de begraafplaats

Het aantal moslims in Nederland stijgt snel. Nu steeds meer moslims in Nederland begraven willen worden, rijst de vraag: hoe gaan we dat doen? En kan het berhaupt? Want islamitische begraafgewoonten wijken nu eenmaal sterk af van de Nederlandse.

Integratie, ook op de begraafplaats

© Anja Krabben

Het aantal moslims in Nederland stijgt snel. Nu steeds meer moslims in Nederland begraven willen worden, rijst de vraag: hoe gaan we dat doen? En kan het berhaupt? Want islamitische begraafgewoonten wijken nu eenmaal sterk af van de Nederlandse.

Half januari werd in Den Bosch de themadag ‘Islamitisch begraven’ gehouden, georganiseerd door Genius Loci begraafplaatsadviseurs, de provincie Noord-Brabant, de Brabantse Islamitische Raad, en Palet, steunpunt voor multiculturele ontwikkeling in Noord-Brabant. Dat de organisatoren overwegend Brabants waren, betekent uiteraard niet dat dit vraagstuk alleen daar speelt. Steeds meer gemeenten worstelen met de vraag hoe ze het beste kunnen omgaan met islamitisch begraven. Verwacht wordt dat bij de tweede en derde generatie allochtonen in toenemende mate behoefte zal bestaan om in ons land te worden begraven. En islamitische begraafgewoonten wijken nu eenmaal sterk af van de Nederlandse. Moslims moeten bijvoorbeeld zo snel mogelijk begraven worden in een graf dat dwars op de gebedsrichting naar Mekka ligt.

De organisatoren van de themadag beoogden niet meer of minder dan bij te dragen aan het integratieproces van de islamitische begraafcultuur in Noord-Brabant en Nederland. Tenslotte staan begraafplaatsen niet buiten de maatschappij en stoppen maatschappelijke ontwikkelingen niet bij de poort van de begraafplaats. Wie erover denkt een islamitische begraafplaats te realiseren, moet zich dan ook niet alleen verdiepen in de ’technische en praktische gegevens’ (zoals bijvoorbeeld de richting en diepte van het graf), maar ook in de religieuze en maatschappelijke gevoeligheden en ontwikkelingen. Wethouder Bart Eigeman van de gemeente Den Bosch, die betrokken was bij de realisering van een islamitische begraafplaats in Rosmalen (gemeente Den Bosch), opende de dag en gooide al snel de heikele maar uiterst actuele termen als ‘aanpassing’ en ‘integratie’ over tafel. Zo stelde hij dat “ruimte scheppen om islamitisch begraven mogelijk te maken geen aanpassing is van een zogenaamd christelijk land aan islamitische waarden. Net zo min als het verplichten van islamieten hun doden op een niet-islamitische begraafplaats te begraven een bijdrage is aan integratie.”

De belangrijkste vraag die dag, of er als gevolg van de bijzondere begraafgewoonten aparte begraafplaatsen nodig zijn voor moslims, werd door Eigeman als eerste met een duidelijk ‘nee’ werd beantwoord. “Ik zeg heel duidelijk: hoe we met de doden omgaan zegt iets over het leven: als we ons bij leven inspannen om samen-leven te bevorderen, vind ik het scheiden van de doden in aparte begraafplaatsen een verkeerde vorm van plaats geven aan de vraag om een plek voor de doden. Geen aparte islamitische begraafplaats dus, wel een apart grafveld.” De rest van de sprekers en aanwezigen waren het met hem eens, het was onder andere ook één van de conclusies van de plenaire discussie die in de middag werd gehouden onder leiding van mr. C.G.J. Rutten, voorzitter van het Platform Uitvaartwezen.

Nee durven zeggen
Uiteraard is een goede voorbereiding bij de realisering van een islamitische grafakker noodzakelijk. Dat wil zeggen, aldus Eigeman: formeer als gemeente een werkgroep waarin vertegenwoordigers zitten van alle betrokkenen. Houd er rekening mee dat, zoals we evenmin van ‘de Nederlander’ of ‘de christen’ kunnen spreken, ‘de islamiet’ ook niet bestaat. Als we praten over moslims in ons land hebben we niet alleen te maken met een groepering die van oorsprong afkomstig is uit geografisch verspreide landen zoals Turkije, Marokko, Indonesië, Suriname, Somalië, Iran et cetera, maar ook met grote culturele en religieuze verschillen met elk weer eigen regels en rituelen. Oog voor deze diversiteit is van groot belang. In het voorbereidingsproces en de uiteindelijke realisering is een vroegtijdig contact met een overkoepelende moslimorganisatie dan ook gewenst.

Tevens liet Eigeman een duidelijke stem horen tégen positief discrimineren. “Ik merk wel eens een zekere verlegenheid bij collega’s in overleg met Turken, Marokkanen et cetera. Net of het moeilijker is tegen hen nee te zeggen. Elkaar serieus nemen geldt ook hier: dus duidelijkheid is van belang.” Oftewel: wees niet bang nee te zeggen. In Den Bosch werd ‘nee’ gezegd tegen een aparte begraafplaats, werd niet gekozen voor een aparte ruimte (“er is in Rosmalen een ruimte, dus die kan gebruikt worden”) en werd ‘nee’ gezegd tegen de vraag van de werkgroep om een apart afdakje voor het uitvoeren van rituelen. (“Ieder mens wordt nat.”) Wel wordt rekening gehouden met de religieuze gevoeligheid de islamitische grafakker níet in de buurt van de urnenmuur te plaatsen (“Crematie is vanuit de islam niet aan de orde”), wordt een scheiding aangebracht door middel van een heg, komt er een speciaal gedenkteken en wordt er rekening gehouden met de wens voor eeuwigdurende grafrust, “maar dan binnen de kaders van de te betalen grafrechten zoals die bestaan.”

Afspraak
Besloten werd dat dagvoorzitter Rutten binnen het Platform Uitvaartwezen (waarbij ook de LOB is aangesloten) zal voorstellen een inventarisatie te verrichten van bestaande islamitische grafakkers in ons land. Tevens zal binnen het Platform, in overleg met het LOB en een overkoepelende islamitische organisatie, worden getracht een leidraad samen te stellen voor gemeenten die voornemens zijn een islamitische begraafplaats te realiseren.

Met dank aan Wim Zaalberg. Zaalberg schreef eerder het lezenswaardige artikel ‘Islamitische grafakkers’, waarin hij een aantal technische en organisatorische aspecten rond de realisering van een islamitische begraafplaats op een rij zet. Het artikel verscheen in De Begraafplaats nr. 4, jr. 4 (winter 2002-3).