Hoe duurzaam zijn onze grafstenen?

Waar komen onze grafstenen vandaan? Hoe worden ze gemaakt? Hoe duurzaam zijn ze? De Landelijke India Werkgroep (LIW) deed onlangs onderzoek naar de herkomst van granieten grafmonumenten. Er blijkt nog veel mis bij de productie van grafstenen.Wat kunnen we hieraan doen?

Hoe duurzaam zijn onze grafstenen?

© Pauline Prior

Waar komen onze grafstenen vandaan? Hoe worden ze gemaakt? Hoe duurzaam zijn ze? De Landelijke India Werkgroep (LIW) deed onlangs onderzoek naar de herkomst van granieten grafmonumenten. Er blijkt nog veel mis bij de productie van grafstenen.
Wat kunnen we hieraan doen?

In Nederland wordt vrijwel geen natuursteen gevonden. Alle natuursteen wordt ingevoerd. Nederland is goed voor circa 1% van de wereldwijde consumptie van natuursteen. Voor grafstenen wordt vooral graniet gebruikt, en dat komt het vaakst uit groeven uit India. De ruwe blokken graniet worden uit India naar China getransporteerd voor verwerking tot eindproduct, volgens het ontwerp van de inkoper. Dit is goedkoper dan bewerking in het land waar de steen gewonnen wordt. China heeft een goede reputatie als het gaat om kwaliteit en levertijd.
In Nederland zijn er circa tien grote natuursteenimporteurs, zoals Natuursteen Holland, Hesselink, Snijders en Oprey-Beisterveld. De natuursteenbranche in zijn geheel krijgt steeds meer oog voor maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO), gedeeltelijk onder invloed van de beslissing van de overheid om vanaf 2010 alleen nog duurzaam gewonnen natuursteen te gaan afnemen. Dat onderstreept het belang van een eigen beleid op dat terrein. Als leveranciers dat beleid niet ontwikkelen, bestaat de kans dat ze over enkele jaren niet meer in aanmerking komen voor overheidsprojecten. De branche heeft liever geen overheidsbemoeienis en dus werkt ze hard aan het opstellen van een soort gedragscode, samen met verschillende maatschappelijke organisaties. Oprey-Beisterveld en het kleinere natuursteenbedrijf Feikema werken nu al samen met brancheorganisatie Algemene Nederlandse Bond van Natuursteenbedrijven (ABN) en de Landelijke India Werkgroep en Stichting Natuur&Milieu in de Werkgroep Duurzame Natuursteen. Met name de laatste controleert ook in de steengroeven de arbeidsomstandigheden en stelt deze indien nodig aan de kaak. De natuurbranche is bezig met een KIWAkeurmerk dat borg staat voor de kwaliteit van de deelnemende bedrijven. Het KIWA-keurmerk van het Keuringsinstituut voor Waterleidingsproducten is een Nederlands kwaliteitskeurmerk. Het garandeert een zeker niveau van kwaliteit. De nadruk ligt op producten en diensten in de bouwsector. De criteria die KIWA hanteert bij het certificeren hebben vooral betrekking op de technische kwaliteiten, maar afhankelijk van het product, worden ook milieuaspecten meegenomen.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen hoeft volgens De Bruin, directeur van de ABN, niets extra’s te kosten. “Op het gebied van arbeidsomstandigheden zijn we in Nederland veel verder dan in andere Europese landen. Als je bijvoorbeeld sommige Belgische werkplaatsen ziet, vraag je je af hoe dat in een EU-land mogelijk is. Het is een situatie die je kunt vergelijken met de Nederlandse werkplaatsen van veertig jaar geleden, als je naar de stofafzuiging, de verwarming en de arbo-eisen kijkt.”

Problemen
De Landelijke India Werkgroep (LIW), die zich inzet voor de kansarmen in India, heeft gekeken naar de herkomst en wijze van produceren van de granieten grafstenen die in Nederland op de begraafplaatsen staan. De werkgroep hield een enquête onder steenhouwers, uitvaartondernemers en begraafplaatsen. De uitkomsten hiervan zijn opgeschreven in het rapport “Zicht op duurzaamheid? Transparantie in productieketens onderzocht” van het MVO Platform. De concurrentie op prijs onder leveranciers is groot, constateert de LIW. De gemiddelde consument heeft geen idee waar zijn grafzerk vandaan komt en kijkt vooral naar prijs en kwaliteit. Toch denkt de LIW dat de consument wel een grafsteen met een soort van keurmerk zou willen hebben, maar het aanbod is nu nog te beperkt – en om hier uitgebreid naar te gaan zoeken in een periode van rouw, is voor veel mensen een stap te ver. De duurzaamheid van het graniet is niet altijd transparant. De Arbo-wetgeving is in India weliswaar goed geregeld, maar de handhaving is slecht. Het rapport constateert de volgende problemen:
– Een meerderheid van de arbeiders in de steengroeven heeft schulden bij zijn werkgever en werkt in feite in schuldslavernij. Bij arbeidsongeschiktheid of overlijden van arbeiders gaan de schulden vaak over op de familie en worden regelmatig ook kinderen gedwongen om te gaan werken.
– Kinderarbeid komt in de steengroeven in India veel voor. Kinderen beginnen ruim voordat ze 14 jaar zijn in de groeven te werken en doen vaak gevaarlijk werk.
– Discriminatie is een groot probleem. Vrouwen krijgen niet hetzelfde loon als mannen; kinderen verdienen nog minder. Ook discriminatie op basis van kaste komt veel voor.
– Overwerk is standaard.
– De arbeidsomstandigheden zijn vaak gevaarlijk. Ongelukken, soms met dodelijke afloop, komen veel voor. Arbeiders dragen zware lasten, vooral in nietgemechaniseerde groeven. Vaak ontbreken zelfs de meest elementaire veiligheidsvoorzieningen zoals stofmaskers, veiligheidsschoenen en handschoenen. In graniet-, marmer- en zandsteengroeven lopen arbeiders fatale beroepsziekten op, zoals stoflongen (silicose) en tuberculose.
– De natuursteenindustrie is in India voornamelijk informeel georganiseerd. Vakbonden zijn over het algemeen onbekend. Pogingen om vakbonden op te zetten worden vaak door werkgevers gedwarsboomd.
– Zonder arbeidscontracten kunnen arbeiders te allen tijde worden ontslagen, vaak zonder betaling of compensatie.
– Steengroeven bevinden zich vaak in afgelegen gebieden. Huisvesting, drinkwater, elektriciteit, kinderopvang, scholen en medische voorzieningen zijn zeer rudimentair of ontbreken volledig.
– In de natuursteensector in India komt veel corruptie voor. Groeven worden illegaal geëxploiteerd, wetgeving wordt ongestraft overtreden, belastingen en heffingen worden vaak niet betaald. Het is de vraag of handel in natuursteen die op deze manier geproduceerd wordt, niet gelijk staat aan heling.
– Nationale milieuwetten en regelingen worden overtreden.
– Onverantwoorde verwerking van afvalstoffen door steengroeven en natuursteenverwerkende bedrijven leidt tot ernstige schade aan het milieu.
– Natuursteenwinning kan – vooral in droge gebieden – een negatief effect hebben op de grondwaterstand en de waterhuishouding.

Oplossingen
Uit het LIW-onderzoek komt als oplossing de invoering van een keurmerk of een gedragscode naar voren. De uitvaartbranche staat niet onwelwillend tegenover een keurmerk voor duurzaam geproduceerde grafmonumenten, maar het voorwerk wil de branche niet zelf gaan doen; dat moet door een andere organisatie worden gedaan, zo concludeert het LIW. Het Gilde van Steenhouwers, waar zo’n 25 steenhouwers bij zijn aangesloten, ziet niets in een keurmerk voor de natuursteenbranche. Het Gilde hekelt in het algemeen de hoeveelheid aan keurmerken. Diverse respondenten aan het LIW-onderzoek proberen een oplossing aan te dragen. Gooi de (inkoop)prijs omhoog, zeggen twee natuursteenbedrijven, zodat werknemers in het natuursteenproducerende land meer verdienen en hun kinderen naar school kunnen. Misschien moeten begraafplaatsen ook wel kwaliteitseisen met betrekking tot duurzaamheid en herkomst opnemen in hun reglement, suggereert een uitvaartondernemer. Zoals een begraafplaats ook andere regels heeft met betrekking tot hoogte, veiligheid en fundering van het monument, voordat een vergunning tot plaatsing wordt afgegeven. Wat vindt LOB-consulent Pauline Harmsen van deze laatste suggestie? “Ik weet niet in hoeverre het mogelijk is dat dergelijke voorwaarden in de verordening vastgesteld kunnen worden. Er moet daarbij denk ik nagedacht worden over objectieve, voor iedere leverancier haalbare criteria, zodat het niet op gedwongen winkelnering gaat lijken. Maar het is zeker een interessante optie die de LIW wellicht nader kan onderzoeken. Ik ben ook benieuwd wat de leden daarvan vinden.” Harmsen heeft contact gehad met de LIW. “De LOB is echter geen rechtstreekse partij omdat wij niet in grafstenen handelen of zelf doorverwijzen naar steenhouwerijen. Onze leden doen dat wel. Veel begraafplaatsen verstrekken als vorm van dienstverlening een adreslijst met steenhouwers aan de nabestaanden. Vaak zijn dat bedrijven die wel vaker een zerk geplaatst hebben op de begraafplaats en dus ook weten aan welke voorwaarden de grafbedekking moet voldoen en wat de eisen zijn voor een plaatsingsvergunning. Als bekend zou zijn welke steenhouwerijen wel of niet met een duurzaamheidskeurmerk werken of wel of niet gebruik maken van graniet dat met kinderarbeid of slavenarbeid tot stand is gekomen, kunnen de begraafplaatsen dat aangeven op die adreslijsten. Op die manier weten de nabestaanden wat de herkomst is van hun grafsteen als ze die bij bedrijf A of B afnemen en op grond van die informatie kunnen zij mede hun keuze bepalen.” Zou het aanleggen van een landelijke lijst van ‘goede’ steenhouwers geen taak van de LOB kunnen zijn? Harmsen: “Nee, omdat de LOB daarover de kennis ontbeert – wie wel of niet voldoet aan de eisen van duurzaamheid en voldoende kinderbescherming en dergelijke. Maar wanneer de LIW en/of de betrokken steenhouwers hierover betrouwbare informatie kunnen leveren, kan de LOB wel een rol spelen in het verspreiden van deze informatie onder de leden engeïnteresseerde nabestaanden.”

Goedkoop idealisme
Frank Peusen, secretaris van de NUVU, denkt dat de hele branche iets zou kunnen doen. “Ik verwacht dat iedereen mee zal willen doen aan een poging onderscheid te maken tussen producten die wel en niet aan de normen van het maatschappelijk verantwoord ondernemen voldoen. En als dat onderscheid eenvoudig is kun je een standpunt innemen over producten die daar niet aan voldoen. Dit moet dan wel in redelijkheid controleerbaar zijn. Een keurmerk of gedragscode kan daar, als het zorgvuldig en goed wordt uitgevoerd, een waardevolle bijdrage aan leveren. Je kunt immers niet van begraafplaatsbeheerders verwachten dat ze bij de plaatsing van iedere steen een soort rechtszaak houden om te bekijken of het wel een ‘integere steen’ betreft. Dat moet veel eerder in de keten gebeuren, bij de mensen die zich bezighouden met de productie en import van materiaal uit landen waar slechte omstandigheden zijn. Een beheerder zal, overigens net als een uitvaartondernemer, graag een afweging maken als hij of zij daartoe in staat wordt gesteld. Daar moet aan gewerkt worden, zoals nu klaarblijkelijk ook gebeurt door de India Werkgroep.” Peusen constateert twee dingen waardoor dit soort zaken soms vertroebeld kunnen raken. “Waar we in deze altijd voor moeten waken is dat het probleem ‘afgeschoven’ wordt op ondernemers of begraafplaatsbeheerders. Dat zie je vaak, zo onder het motto: want die verdienen er geld mee, zoek het dan ook maar uit. Dat is goedkoop idealisme: als we die mensen daar ver weg willen helpen moet de keten bekeken worden – op een niveau in die keten waar dat beoordeelbaar is – en getoetst worden of de omstandigheden redelijk zijn. Dan heeft het immers ook effect ter plekke en zullen de plaatselijke ondernemers aldaar zich de vraag gaan stellen of ze niet beter anders kunnen gaan produceren, zodat ze dan rendement hebben op hun correct handelen. Dan verander je misschien echt iets. Alleen maar niet meer kopen op zo’n plek is ook een manier om je handen te wassen in onschuld en te doen alsof het ‘niet aan jou heeft gelegen’. Dan verkopen ze het aan een ander en gaat de ellende gewoon door: gemiste kans.”
Het tweede punt is dat een dergelijk kenmerk niet concurrentievervalsend moet gaan werken, aldus Peusen. “Ook dan streef je je doel voorbij, omdat de partijen die netjes zijn dan gestraft worden door de partijen die zich er toch niks van aantrekken. Zo’n keurmerk of gedragscode moet dus economisch goed worden ingebed in de bestaande situatie. Maar als het daaraan voldoet kan ik me geen ondernemer uit onze vereniging voor de geest

Granieten grafmonumenten
In 2002 voerde de Europese Unie voor 729 miljoen euro aan grafornamenten en andere kunstobjecten in, ofwel 34% van de totale Europese importen aan natuursteen en natuursteenproducten. De grootste leveranciers van EU-importen van grafmonumenten en andere natuurstenen kunstobjecten zijn China (14%), India (12%) en Turkije (3%). In 2002 nam Nederland 8% van de totale Europese invoer aan grafornamenten voor zijn rekening.
Uit: Zicht op duurzaamheid? Transparantie in productieketens onderzocht, MVO Platform, december 2006. (Dit rapport kan onder ander worden gedownload vanaf www.indianet.nl/transparantie.html)