Herkennen, behouden, restaureren

Leon Bok is funerair historicus/deskundige (hij schrijft regelmatig in dit blad) en (o.a.) Specialist funerair erfgoed bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), de enige bij de RCE die gespecialiseerd is in en adviseert over (historische) begraafplaatsen. Wandelend over De Nieuwe Ooster vertelt hij over bijzondere stenen en deelt hij zijn kennis.

Herkennen, behouden, restaureren

© Anja Krabben

Leon Bok is funerair historicus/deskundige (hij schrijft regelmatig in dit blad) en (o.a.) Specialist funerair erfgoed bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), de enige bij de RCE die gespecialiseerd is in en adviseert over (historische) begraafplaatsen. Wandelend over De Nieuwe Ooster vertelt hij over bijzondere stenen en deelt hij zijn kennis.

‘Instandhouding van waardevolle grafmonumenten zou gewoon onderdeel moeten zijn van het beheer van een begraafplaats.’ Leon Bok schreef dit in oktober 2009 in dit blad (in het artikel ‘Aangewezen worden als gemeentelijk monument’, te vinden op www.begraafplaats.nl). Het klinkt vanzelfsprekend, maar is het, 12 jaar later, nog zeker niet voor elke begraafplaats.

Instandhouding van waardevolle grafmonumenten begint met een inventarisatie van de begraafplaats: weten wat er staat en beoordelen wat de moeite waard is om te behouden, op basis van vooraf geformuleerde criteria, die betrekking kunnen hebben op de uniciteit of bijzonderheid (schoonheid) van de steen of op de persoon die eronder ligt. Haal daar experts bij. Zo maakt Leon Bok deel uit van het Stenen Archief, de werkgroep die in 2005 is opgericht door de gemeente Amsterdam. De werkgroep maakt jaarlijks een rondje over begraafplaats De Nieuwe Ooster langs de graven waarvan de grafrechten komen te vervallen en beoordeelt welke stenen het waard zijn behouden te blijven – waarna de gemeente de zorg voor het graf op zich neemt – en beslist welke stenen een restauratie of schoonmaakbeurt nodig hebben.

Hogedrukreiniger taboe
Want dat is de volgende stap, nadat je besloten hebt welke stenen je behouden wilt. Ga je vervolgens ook onderhoud toepassen of zelfs restaureren? Of laat je de steen zoals ie is? Of doe je het minimale? Dat zijn keuzes en liefst worden die niet uitsluitend gemaakt op basis van al of niet aanwezige financiën.

Tijdens een wandeling over De Nieuwe Ooster langs enkele gerestaureerde rijksmonumenten, wil Leon Bok laten zien dat bij restaureren één ding heel belangrijk is: terughoudendheid. “Want de waarde van het monument zit in hoe het materiaal bewerkt is. En die bewerking moet in stand blijven. Hier staan monumenten die zijn gerestaureerd en waarvan menig leek zou zeggen: daar is toch niets mee gebeurd? Maar het doel van restauratie is: conserveren zoals het was.”

Een goed voorbeeld daarvan is het wit marmeren grafmonument van schilderes Thérèse Schwartze. Het verbeeldt de overledene, levensgroot opgebaard op een met draperieën beklede graftombe. Leon Bok: “Het heeft alleen een stoomreiniging gehad. Verder niets.”

En zeker geen hogedrukreiniging. (Bij stoomreiniging wordt de steen bespoten met oververhit water onder lage druk (stoom). Bij hogedrukreiniging wordt water onder druk op de steen gespoten.) Het gebeurt helaas nog te veel op begraafplaatsen, weet Bok, dat oude, hardstenen grafstenen worden schoongemaakt met de hogedrukreiniger. “Grote kans dat de harde straal stukjes steen doet afbrokkelen. De steen is schoon, maar ook voorgoed aangetast. Restaureren betekent: geen materiaal wegnemen. Vroeger maakten ze kalksteen, zoals marmer, schoon met bleekwater, daardoor lost de kalk op. Schoonmaken doe je met water en groene zeep en een harde borstel.”

Terugkerend bij Thérèse Schwartze: “Marmer verweert. De tekening van de beitel wordt minder. Maar dat is minimaal, nog steeds is het een heel duidelijk beeld. De tekening van het marmer daarentegen wordt juist meer zichtbaar.” Een stukje van de steel van een papaver is weg en niet hersteld. “Dat vonden we niet nodig, herstellen zou bovendien veel geld hebben gekost.”

We lopen langs meer bekende monumenten. Het monument voor actrice Kleine-Gartman en haar man. “De steen is gesteld, het monument op een betonnen plaat gelegd en een scheur is hersteld, dat wil zeggen aan de onderkant verlijmd – met semipermeabele ofwel waterdoorlatende lijm – en aan de bovenkant met mortel (met elasticiteit) dichtgemaakt.” Het monument van de eerste Artisdirecteur Westerman (met liggende hond). “Ook die is op een betonnen plaat gezet, de scheuren zijn met mortel bewerkt, de bronzen hond is vastgezet, het hek is geverfd en op sommige plekken vastgezet met lood. We hebben besloten het níet schoon te maken, dat scheelde 800 euro.” Want oude monumenten er als nieuw uit laten zien is dus niet het doel. Soms adviseren steenhouwers meer werkzaamheden dan strikt genomen nodig zou zijn. “Dan ligt er een offerte van een paar duizend euro en is alleen een stoomreiniging voldoende. Zeg als begraafplaats ook nooit waar de steenhouwer of aannemer bij is hoe hoog het bedrag is waarvoor je kunt restaureren. Laat je weten dat dit 10.000 euro is, dan zeggen ze: het gaat 9.999 euro kosten.”

Restaurateurs
Besluit je tot restaureren, hoe vind je dan een echte vakman? Er is de Vereniging Restauratie Steenhouwers (VRS), de branchevereniging van erkende steenhouwersbedrijven die zich geheel of gedeeltelijk toeleggen op het specifieke vakgebied van monumenten-restauraties. Er is het Restauratoren Register van de stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg (ERM) en de vereniging Restauratoren Nederland (RN), bij beide zijn ook steenhouwers aangesloten. Er zijn geen door de overheid verplicht gestelde geschiktheidseisen aan restauratie van steenhouwwerk. Bok: “Maar steenhouwers die bij een van de bovenstaande organisaties zijn aangesloten werken volgens de richtlijnen en bestekvoorwaarden van de RCE.” Bij de VRS zijn slechts drie Nederlandse steenhouwers aangesloten. Waarom zo weinig? “Vaak zien steenhouwers zichzelf niet als een restaurator, omdat slechts een gering deel van hun werk het restaureren van natuursteen is. Geen een steenhouwer kan alleen van restauraties leven.”

Deels vanwege zijn functie bij de RCE houdt Bok een lijstje bij van vakkundige steenhouwers en restaurateurs. “De RCE noemt geen namen van bedrijven. Het verandert ook nogal eens vanwege de opheffing van bedrijven of faillissementen. Of een vakman op het gebied van restauratie gaat bij een ander bedrijf werken. De restauratiewereld is niet zo groot, die van de amateurs wel.”

Links die naar meer informatie leiden
www.cultureelerfgoed.nl Op de Kennisbank van de RCE staan veel artikelen over (onderhoud en restauratie) van graftekens.
www.terebinth.nl/publicaties Hier kunnen de brochures worden gedownload die begin deze eeuw zijn uitgegeven door wat toen nog Rijksdienst voor de Monumentenzorg heette (nu Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed) en nog steeds zeer bruikbaar zijn:
Instandhouding van historische graftekens van ijzer, kunststeen en hout
Instandhouding en herstel van historische natuurstenen graftekens
Beheer en onderhoud van monumentale begraafplaatsen
www.stichtingerm.nl/doc/Waaier ‘Schade aan steenachtige materialen’.pdf Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg (ERM) heeft een waaier gemaakt: Schade aan steenachtige materialen, waaraan onder de RCE, TNO en TU Delft hebben meegewerkt.
www.vlaamsbrabant.be/sites/default/files/media/files/2020-12/plattelandskerkhoven-draaiboek-20201201.pdf Anne-Mie Havermans (red.), Inventarisatie, beheer en herwaardering van plattelandskerkhoven in Vlaams-Brabant. Draaiboek, Leuven, herziene ed. 2017.

Verschil tussen onderhoud en restauratie
Onderhoud is het uitvoeren van werkzaamheden, schoonmaken of beletteren, zonder dat de steen wordt aangetast of gewijzigd. Er wordt niets weggehaald, er wordt niets vervangen.
Restauratie gaat verder dan onderhoud en is van toepassing op situaties waarbij onderdelen kapot zijn gegaan, versleten of verdwenen zijn. Doel van restaureren is het terugbrengen van de steen in zijn oorspronkelijke of gewenste staat. Dat kan betekenen repareren, iets toevoegen of vervangen, waarbij er materialen worden gekozen die overeenkomen met het oorspronkelijke materiaal, ook qua kleur, vorm en materiaalhantering.
Bij restauratie is het de kunst om het bestaande zodanig te behandelen zonder dat je hoeft te zien dat er iets aan gedaan is, zeker als het om heel oude grafstenen gaat.

Restauratie of vernieuwing
In 2014 is het grafmonument van K.J.W. Ottolander (de ontdekker van de goudrenet) gerestaureerd. Of moeten we zeggen vernieuwd? De ingehuurde steenhouwer heeft de steen opnieuw verdiept en de zijkanten en de kettingen vernieuwd. Leon Bok. “Hier zijn niet de richtlijnen uit de restauratiewereld gehanteerd. Er is materiaal weggenomen om het bestaande weer toonbaar te maken, dat is feitelijk nieuw werk. Cultuurhistorisch heeft de steen aan waarde ingeboet. Ik had ze een dieptereiniging voorgesteld.”
Frank Snijdewint, voorzitter van Oude Begraafplaats Reijerskoop waar het monument staat, is het niet helemaal oneens met Leon Bok. “En er is bij ons ook zeker discussie over geweest. Wij zijn van het beheerst verval, maar dit is inderdaad bijna geheel vernieuwen.”
Staat er nu een gloednieuw monument tussen alleen maar oude stenen? “Nee, want andere stenen hebben we opnieuw geschilderd. Als je niets doet is het allemaal weg. Beheerst verval betekent een evenwicht vinden tussen verval en nieuw. Veel wordt door vrijwilligers gedaan. We vragen daarbij veel advies, we hebben ook een cursus gevolgd.” (Op de foto: plaatsing van het gerestaureerde monument, foto: Jan den Hengst.)