Handleiding Opgraven en Ruimen een mijlpaal
© Anja KrabbenHij is nu dan echt verschenen: de Handleiding Opgraven en Ruimen. Het heeft even geduurd, maar het resultaat mag er zijn. Het is het eerste handboek op een gebied waar veel begraafplaatsen problemen mee hebben, aldus Wim Zaalberg, mede-samensteller en auteur van de handleiding. Hij noemt de publicatie ‘een historische mijlpaal in het korte bestaan van de LOB’. Enkele vragen aan Zaalberg over de totstandkoming en de betekenis van de handleiding.
Waarom heeft de LOB besloten tot de uitgave van de Handleiding Opgraven en Ruimen?
“De LOB had al langer geconstateerd dat er veel onduidelijkheid bestaat op het gebied van opgraven en ruimen. Bestuurders en beheerders van begraafplaatsen kunnen uiteraard veel antwoorden vinden in de Wet op de lijkbezorging (Wlb) vinden. Ook in het in 1999 uitgegeven katern ‘Begraven’ dat onderdeel uitmaakt van het Thematisch Handboek Lijkbezorging, als opvolger van het in 1993 uitgegeven Handboek Wet op de lijkbezorging, beide geschreven door Willem van der Putten en uitgegeven door de Koninklijke Vermande, is het nodige te vinden over deze onderwerpen. De directe aanleiding was echter de verschijning van de Inspectierichtlijn Wet op de lijkbezorging. In de lentenummers van De Begraafplaats van de jaargangen 2 (2000) en 3 (2001) is scherpe kritiek geuit op de Inspectierichtlijn. Ook in de brieven aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties rond de evaluatie van de Wlb van juni 1999 en april 2001, heeft de LOB duidelijk laten doorklinken de rol van de Inspectie die haar is toebedeeld vanuit de Wlb te willen terugdringen. De lezer zal op een groot aantal plaatsen in de handleiding zien dat wij het als LOB niet eens zijn met de adviespraktijk van de milieu-inspectie. De Inspectierichtlijn is weinig concreet en is op enkele punten zelfs in strijd met de wet. Nu is het niet zo dat wij adviseren de Inspectierichtlijn maar linea recta in de prullenbak te gooien; er staan best nuttige zaken in waarmee zowel beheerders als bestuurders van begraafplaatsen hun voordeel kunnen doen. Maar juist op het gebied van ruimen en opgraven schept de Inspectierichtlijn eerder verwarring dan duidelijkheid. Als LOB proberen we door middel van deze handleiding de gewenste duidelijkheid te scheppen.”
Hoe belangrijk is deze uitgave?
“Het is arrogant te stellen dat deze uitgave het belangrijkste boekje is dat sinds tientallen jaren verschenen is. Dat zullen de lezers en gebruikers zelf maar moeten zeggen. Zoals we ook in het voorwoord schrijven, houden we ons aanbevolen voor kritische kanttekeningen en commentaar. Het is wel de eerste maal dat deze moeilijke materie in een handzaam boekje van nog geen vijftig pagina’s bijeen is gebracht.”
Wat staat er zoal beschreven in de handleiding?
“Zowel bestuurders als beheerders van begraafplaatsen worden regelmatig geconfronteerd met vragen en problemen rond opgraven en ruimen. Wij hebben al die vragen op het gebied van de uitleg van de wet, de administratieve procedures, de uitvoering in de praktijk, de misverstanden die zijn ontstaan door de Inspectierichtlijn en dergelijke geselecteerd, op een logische en begrijpelijke manier bijeen gebracht, en vervolgens voorzien van duidelijke antwoorden. Gezien de vele vragen die de LOB de laatste jaren over deze onderwerpen ontvangt denken we dat deze uitgave een historische mijlpaal genoemd mag worden in het korte bestaan van de LOB.”
Het handboek was diverse malen aangekondigd. Waarom heeft het zo lang geduurd voor het in druk verscheen?
“De Inspectierichtlijn is in 1999 onder grote tijdsdruk tot stand gekomen, waardoor er veel fouten in staan en meerdere malen een verkeerde uitleg wordt gegeven. Als LOB hebben we deze fout niet willen maken. Ook hebben we gemeend een handleiding te moeten maken die niet alleen geschikt is voor bestuurders of ambtenaren die een burgemeester moeten adviseren, maar ook bruikbaar is voor medewerkers op begraafplaatsen die regelmatig van doen hebben met opgraven en ruimen in de praktijk. Als werkgroep waren we het er gauw over eens dat de handleiding geheel anders moest worden dan de diverse geschriften die voorheen tot stand waren gekomen. Nadat er een eerste opzet was gemaakt rijpte het idee de handleiding samen te stellen vanuit een schema met veel gestelde vragen.”
“Maar ook dat bleek niet eenvoudig. Voor de leden van de werkgroep, die allen jarenlange ervaring hebben op begraafplaatsen, waren een aantal begrippen en uitgangspunten als vanzelfsprekend. Maar als je dan gaat schrijven en je de tekst eens laat lezen door een collega met minder ervaring, blijkt dat je met te grote stappen door de materie bent heengegaan. Als je vervolgens de concepten gaat wijzigen en aanvullen, blijkt plotseling dat ook de zogenaamde deskundigen het niet altijd met elkaar eens zijn en hun standpunten moeten bijstellen. En dan tot slot moet het juridisch ook nog allemaal kloppen. Het mag duidelijk zijn dat onze voorzitter Willem van der Putten een belangrijke rol heeft gespeeld bij de juridische toetsing. Al met al heeft het bijna twee jaar geduurd eer de beloofde handleiding verscheen. We hopen dat het een goed product is. De eerste suggestie voor aanvullingen en correcties zijn reeds binnen.”
Dus we kunnen ook een tweede druk verwachten?
De oplage van deze eerste druk is afgestemd op een kleine doelgroep en niet vergelijkbaar met de vele herdrukken van een bestseller als Harry Potter. Maar wanneer er een tweede druk komt, zijn de aanvullingen en correcties daarin uiteraard verwerkt.
Is de LOB van plan nog meer van dergelijke handboeken uit te geven, bijvoorbeeld op het gebied van groenbeheer, tariefbepaling, omgang met nabestaanden?
“De kans is inderdaad groter dat er een of meerdere andere handleidingen tot stand komen. Op dit moment wordt er voorzichtig gedacht aan een bundel van modelbrieven en wellicht aan een handleiding veilig werken en Arbozaken.”