Funeraire flora biedt volop mogelijkheden tot fraaie symboliek

Welke beplanting sluit symbolisch aan bij de functie en betekenis van de begraafplaats als plek waar wij onze doden begraven? Ada Wille maakte een kleine bloemlezing van symbolische bomen, planten en bloemen. Van de Terebinth tot de zakdoekjesboom. En van de zonnebloem als 'ziel in aanbidding en liefde voor God' tot de kortstondigheid van de klaproos.

Funeraire flora biedt volop mogelijkheden tot fraaie symboliek

© Ada Wille

Welke beplanting sluit symbolisch aan bij de functie en betekenis van de begraafplaats als plek waar wij onze doden begraven? Ada Wille maakte een kleine bloemlezing van symbolische bomen, planten en bloemen. Van de Terebinth tot de zakdoekjesboom. En van de zonnebloem als ‘ziel in aanbidding en liefde voor God’ tot de kortstondigheid van de klaproos.

De wereld van de funeraire symboliek is enorm uitgebreid en kan in diverse categorieën worden onderverdeeld: planten, dieren, het menselijk lichaam, ambachtelijke werktuigen, religieuze iconen, emblemen van geheime genootschappen, insignes van broederschappen. In dit artikel gaat het uitsluitend over de flora of plantensymboliek op de begraafplaats.

Dode symbolen
Ook de flora of plantensymboliek kan weer verder worden onderverdeeld, namelijk in bloemen en planten, fruit, graan en wijnstok/-blad, bomen en struiken. De symbolen zijn talrijk en hebben allemaal een betekenis of verwijzing naar leven, dood, onsterfelijkheid en religieuze zaken. Op begraafplaatsen zien we ze niet alleen toegepast op de grafstenen zelf, maar ook verwerkt in hekwerken, glas-in-lood van grafkapellen en grafgiften in de vorm van bloemtrommels, keramische kransen en plastic boeketten. Vooral die laatste zijn sterk vertegenwoordigd in de zuidelijke landen van Europa.

Soms kom je heel bijzondere voorbeelden tegen. In Praag is op de joodse begraafplaats een Jugendstil-monument te vinden met daarop een paardenbloem waarvan de pluisjes wegwaaien. Op een begraafplaats in Hamburg staat een steen met een afbeelding van Gods hand die een bloem (= jonge vrouw) wegrukt uit een boeket (= de familie).

Op joodse begraafplaatsen zien we vaak de (levens)boom terug als symbool, vooral in de vorm van een boom die door een hand met bijl wordt omgehakt – symbool van een te vroeg gestopt leven. Op graven van kinderen staat eerder een hand die een jong boompje uit de grond rukt. Ook kom je op oude begraafplaatsen nog wel eens complete ‘boomstam’-monumenten tegen: bijna niet van echte boomstammen te onderscheiden eiken, door de ouderdom al begroeid met mossen en soms zelfs met een klein vogeltje of eikenblad guirlande versierd; onvergankelijkheid. De populariteit van natuurbegraafplaatsen (in Duitsland Waldfriedhöfer genoemd), waar geen steen maar een boom op het graf wordt geplant, geeft wel aan dat men een boom nog steeds als een monument ziet.

Levende symbolen
Niet alleen als afbeelding op grafmonumenten maar ook als levend onderdeel van de begraafplaatsinrichting heeft beplanting lang een symbolische rol gehad. Een van de eerste grafbomen waar op schrift, onder andere in bijbelverhalen, melding van wordt gemaakt is de Pistaches Terebinthus of Terebinth. Deze boom diende als plaats voor erediensten en er werden persoon van aanzien onder begraven. Verschillende bijbelteksten verwijzen naar Jacob die op het graf van zijn vrouw Rachel een gedenkteken oprichtte en een Terebinth plantte.
Bij de begraafplaatsaanleg in de 19e eeuw speelt het natuurideaal een grote rol. Vanuit de tuinkunst kwamen de ideeën om begraafplaatsen als park aan te leggen met beplanting die door hun donkere blad de stemmigheid van de plek benadrukte. Met name naaldhout paste hier goed bij, aangevuld door ‘kleine heesters die stil mee-treurend over de grafstenen hangen’ – aldus de filosoof Hirschfeld in Theorie der Gartenkunst. De taxus is door deze stroming tot begraafplaatsboom gemaakt. Ook diverse andere soorten bomen en planten hebben een symbolische betekenis gekregen.

De symboliek van bomen
De boom in het algemeen is het symbool van de levensboom. Een kleine opsomming (de symboliek verschilt soms per land): de eik staat voor kracht en sterkte en is een symbool van onsterfelijkheid. De vruchten van de kers herinneren aan het hemelse paradijs. De noot is het Christussymbool voor lichaam en ziel. De meidoorn staat symbool voor de doornenkroon van Christus. De jeneverbes biedt bescherming tegen het kwaad. De cypres staat voor dood en onsterfelijkheid; in de Griekse en Romeinse oudheid is de boom verbonden met Hades/Pluto, goden van de onderwereld. Hulst, ten slotte, staat voor onsterfelijkheid. Een christelijke legende vertelt dat toen de bomen hoorden dat Christus zou worden gekruisigd, zij onderling afspraken dat zij zich niet voor dat doel zouden laten gebruiken. Zodra een bijl ze zou aanraken zouden ze in duizenden stukjes uiteen vallen. Alleen de hulst hield zich niet aan deze afspraak. Vandaar dat het kruis werd gemaakt van hulsthout.

Treurbomen
Bij de aanleg van de parkbegraafplaatsen in Engelse landschapsstijl waren het vooral de treurvormen van diverse soorten bomen in combinatie met donkere soorten als taxus en hulst,  die een melancholische, droevige sfeer moesten creëren. Op veel oude begraafplaatsen kun je het bekende zwarte treurboompje als symbool op de grafstenen zien staan. De boom huilt als het ware mee met de nabestaanden. En nog steeds hebben treurvormen waarde voor de begraafplaats. Vooral als solitair komt hun habitus (vorm) tegen een contrasterende achtergrond mooi uit en vormen zij een accentbeplanting. Mooi ook is de beweging van de twijgen van bijvoorbeeld een treurberk (Betula pendula): bij een klein briesje ‘dansen’ deze bomen al. De bomen werden in de romantische periode doelbewust als solitair op grafvelden aangeplant. ‘Pendula’ als toevoeging achter de soortnaam betekent ‘(af)hangend’ en is enigszins treurend te noemen. Zo staat de Fagus sylvatica ‘Pendula’ te boek als treurbeuk. De toevoeging ‘Tristis’ betekent ’treurend’, ‘droevig’. De misschien wel meest droevige boom is de Betula pendula ‘Tristis’ ofwel de treurbeuk.

Zeer bekend en vaak toegepast in de landschapsstijl bij waterpartijen is de treurwilg (Salix sepulcralis ‘Chrysocoma’), in het Engels zo prachtig ‘weeping willow’ genoemd. In veel religies staat de wilg voor onsterfelijkheid. In het christendom staat het voor het evangelie van Christus, omdat de boom blijft groeien ongeacht het aantal takken dat je er afzaagt. Ze zijn het mooist in het voorjaar, net voordat het blad uitloopt. Met een donkere onweerslucht als achtergrond geven de twijgen dan een bijna iriserende groene lichtgloed af. In de Romantiek werden ze heel strategisch aan het einde van waterpartijen geplant, om zo een doorlopende waterloop te suggereren. De treurwilg was vooral in de 19e eeuw een van de meest populaire grafsteendecoraties, en werd ook veel afgebeeld in de schilderijtjes die men destijds maakte van het haar van de overledene.

Er zijn enkele bomen die zich vanwege specifieke eigenschappen en naam lenen voor de aanplant op begraafplaatsen: De hemelboom (Ailanthus altissima) verwijst naar een leven na de dood. De zakdoekjesboom (Davidia involucrata) is een verwijzing naar het verdriet en de rouw van de nabestaanden. De doodsbeenderenboom (Gymnocladus dioicus) heeft een misschien iets te confronterende naam? De boom heeft aparte geweiachtige takken en is bijvoorbeeld toe te passen als een soort moderne en organische variant van de vanitassymboliek (verwijzingen naar de vergankelijkheid van het leven en de tijdelijkheid van schoonheid, rijkdom en kennis; ‘vanitas’ betekent letterlijk ijdelheid, ijdele schijn, red.). Los van de naam en de symboliek is het een bijzondere boom. De cypres is mooi zuilvormig en verwijst naar de hemel.

Grafbeplanting
Ook in de grafbeplanting wordt vaak gezocht naar verdieping, betekenis en verwijzing. Denk bijvoorbeeld aan het vergeet-mij-nietje, de rode rozen en de witte lelies.

Op het gebied van planten is een grote lijst van soorten en hun specifieke betekenis te produceren. In de Duitse grafbeplantingscultuur, waar veel aandacht is voor samenhang tussen architectuur, stenen en groen, voeren structuur en kleur de boventoon. Het plaatje moet helemaal kloppen. Heel soms is er een knipoog naar de symboliek.

In het algemeen staan planten en bloemen symbool voor het leven. De lijst van flora-symbolen is zeer uitgebreid. Een kleine ‘bloemlezing’. Eerst enkele planten. De buxus is in Nederland de vervanger voor de palmboom, drager van de levenskracht die de dood overwint. Het klaver(blad) staat voor de drie-eenheid van Christus; vier blaadjes staan voor de vier evangelisten Matthëus, Marcus, Lucas en Johannes. Klimop staat door zijn hechtwortels symbool voor (geloofs)trouw, vriendschap en aanhankelijkheid. Tevens is klimop altijd groen, dus ‘onsterfelijk’. Het lelietje-van-dalen symboliseert Christus, de brenger van het heil en het evangelie. De maagdenpalm staat voor eeuwigheid, trouw en standvastigheid. Ook de pachyssandra staat voor eeuwigheid en de papaverbol symboliseert de eeuwige slaap.
Bloemen en bloesems in het algemeen hebben diverse symbolische betekenissen in de zin van hoop, vreugde of vergankelijkheid. Jonge overledenen werden gezien als bloemen die
geplukt waren. Een bloem in de knop staat voor het fragiele begin en een gebroken bloem is een leven dat te snel is gesnoeid. Deze symboliek is dus vooral gebruikt voor graven van kinderen en jong volwassenen. Een boeket bloemen stelt een familie voor.

Bloemen en hun funeraire betekenis
Akelei – In de Germaanse traditie gewijd aan Frigga, de moeder der goden, in de Christelijke symboliek Moeder Gods.
Aaronskelk – Maria.
Calla – Schoonheid.
Campanula – Constantheid en dankbaarheid.
Chrysant – Onsterfelijkheid en compleetheid.
Distel – Aards verdriet.
Hibiscus – Kortstondigheid van het leven; de bloemen zijn maar kort open per dag.
Iris – Symbool van het verdriet van Maria. In de oude mythologie was Iris de boodschapper van de goden. Ze droeg haar berichten over een regenboog die hemel en aarde verbond. Iris begeleidde de ziel van mensen naar de andere wereld.
Klaproos – Kortstondigheid
Krokus – Geduld, deemoed, liefde.
Lelie – Onschuld, kuisheid en hoop, zuiverheid, eenvoud en godsvertrouwen. Een lelie bij mannen en heiligen wijst op onschuld en maagdelijkheid. In die zin staat zij ook symbool voor de maagd Maria.
Narcis – Jeugd, zege over de dood, symbool van de opstanding van Christus.
Margriet – Het woord margriet of margarite betekent parels. Parels verwijzen naar tranen, in het bijzonder de tranen en bloeddruppels die Christus vergoot voor de verlossing van de wereld.
Papaver(bollen) – Slaapsymbool (= dood).
Roos – Koningin van de bloemen en symbool van Maria en de liefde.
Sneeuwklokje – Voorjaarshoop, Maria-symbool.
Viooltje – Eenvoud en deemoed, drie-eenheid.
Zonnebloem – Ziel in aanbidding en liefde voor God (God = de zon, zonnebloem is de gelovige die zich naar God richt).

Projecten met symboliek
Op  het gebied van begraafplaatsarchitectuur wordt soms ook gezocht naar thematiek en symboliek. Vormgevingssymboliek die er op de kaart leuk uitziet maar op het maaiveld waardeloze ruimten oplevert (de zogenaamde ‘plattegrondarchitectuur’) is minder zinvol. Het streven is eerder gericht op toepassing van symboliek die een meerwaarde (verdieping) geeft aan zowel de (gebruiks)ruimte als de identiteit en sfeer. Zo zit er – naast de functionaliteit – een (emotioneel) verhaal achter dat appelleert aan het gevoel van de gebruiker. Soms vormt symboliek het thema voor een grafveld. Zo is op de uitbreiding van begraafplaats Rusthof in Amersfoort een kindergrafveld aangelegd als ‘vlindervallei’. De beplanting staat helemaal in het teken van vlinders. Nu er ook graven liggen is te zien dat ouders geïnspireerd raken en ook de grafbeplanting en accessoires binnen dit thema kiezen. Symboliek kan dus ook een functie versterken.

Op sommige plaatsen keert men terug naar de vorm van de grafheuvel (Haren en Amersfoort) of worden houtwallen gebruikt en Celtic Fields (Emmen). Het ontwerp van begraafplaats Zwaanshoek in de Haarlemmermeer manifesteert zich op de kaart als boomblad. De grafvelden zijn aangelegd als bladlobben aan een centrale toegangsas, als bladnerf. Het eikenblad was de inspiratiebron voor ontwerper Jos van de Lindeloof (die zijn achternaam natuurlijk al mee heeft). De symboliek van bladnerf en bladlobben levert een mooie gestructureerde ruimte op. Naast het functionele en ruimtelijke aspect geeft de achterliggende symboliek verdieping en identiteit.

Een recent aangelegde urnentuin op de Utrechtse begraafplaats en crematorium Daelwijck is aangelegd in de vorm van een zonnebloem. Het centrum wordt gevormd door een met gras bedekte heuvel waarop as verstrooid kan worden. Daarom heen liggen kleine vakken in de vorm van bloemblaadjes waar urnengraven en nagedachtenisplekken komen. Los van de symboliek levert dit een dynamische inrichting van de ruimte op.

Een project dat zich meer richt op de symboliek (en minder op de ornamentiek) wordt uitgewerkt op begraafplaats Zijlpoort te Leiden. In het kader van de Landelijke Metselwedstrijden 2006 wordt er vanaf dit najaar gewerkt aan een kruisvormig hoofdpad waar aan weerszijden gemetselde muren gemaakt worden door leerlingen van het VMBO. De muren worden onderbroken door trappen naar hoger gelegen grafvelden. Op de hoeken komen blokken van natuursteen met funeraire plantensymbolen, gemaakt door leerlingen van de steenhouwers van het Centrum Natuursteen.

Zo kunnen hedendaagse projecten de symbolen van weleer terughalen uit de vergetelheid. Symbolen die nog steeds (aan)spreken omdat ze afgeleid zijn uit de natuur die ons nog steeds omringt.
 
Symbolen zijn een kristallisatie van gevoelens die vaak moeilijk onder woorden te brengen zijn. In die zin zijn het nog steeds bruikbare iconen, zowel thematisch toegepast als basis voor een ontwerp, als toegepast als grafisch motief op monumenten en als beplantingssortiment. Kortom: symbolen zijn het (her)ontdekken waard.

Literatuur
Voor wie meer wil weten over funeraire symboliek en symbolische grafbeplanting:
– Douglas Keister, Stories in Stone, a field guide to cemetery symbolism and iconography (Uitgever: Gibbs Smith, Salt Lake City, isbn 1-58685-321-X.) Dit boekje behandelt meer dan 350 symbolen op grafmonumenten, voorzien van prachtige foto’s. Het is uitgegeven in zakformaat en kan dus makkelijk in de binnenzak mee op pad worden genomen bij het bezoek aan begraafplaatsen.
– A.C. Bronswijk, Symbolen, de taal van kunst en liturgie (Boekencentrum, Den Haag)
– J.J.M. Timmers, Christelijke symboliek en Iconografie (Bussum 1974)
– A. Schwartzman, Graven images. Graphic motifs of the Jewish gravestone, New York 1993.
– Begraafplaatsen als cultuurbezit. Een uitgave van de Terebinth, de LOB en de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. Naast een overzicht van de funeraire cultuur, een inventarisatie en juridische en financiële gegevens, worden ook 17 pagina’s gewijd aan veelvoorkomende symbolen op grafstenen. (SDU uitgevers 2003, isbn 90 1209 956 0)
– Hanneke van Dijk, De eeuwige tuin, beplanting op graven en begraafplaatsen (Uitgever Terra)