Een mooi plekje voor Johan

De begraafplaatswereld is niet zoals de gewone wereld en dagblad Trouw is De Begraafplaats niet. Marie-Louise Meuris, directeur van De Nieuwe Ooster in Amsterdam en columnist van dit blad, heeft er geen spijt van, maar heeft er wel veel van geleerd, van haar openhartige uitspraken in Trouw over de beroemde Nederlander Brood, 'die ze graag had willen hebben', en de nog veel beroemdere Nederlander Johan Cruyff, 'die ze graag in de toekomst heeft'.

Een mooi plekje voor Johan

© Anja Krabben

De begraafplaatswereld is niet zoals de gewone wereld en dagblad Trouw is De Begraafplaats niet. Marie-Louise Meuris, directeur van De Nieuwe Ooster in Amsterdam en columnist van dit blad, heeft er geen spijt van, maar heeft er wel veel van geleerd, van haar openhartige uitspraken in Trouw over de beroemde Nederlander Brood, ‘die ze graag had willen hebben’, en de nog veel beroemdere Nederlander Johan Cruyff, ‘die ze graag in de toekomst heeft’.

Hoe het allemaal begon? Wat ons betreft met een niet geplaatste column die ze voor dit blad geschreven had, voor het vorige nummer. Ze was ziek en de column kwam net een dag te laat binnen. Jammer, want het was een hele leuke, vond de redactie, en actueel, over Herman Brood die juist daarvoor van het Hilton hotel was gesprongen en begraven op Westgaarde.

Een gedeelte daaruit:
Volgens het nieuws zou Brood worden gecremeerd in Amsterdam, maar waar werd er niet bijgezegd. […] Nu heeft de persoon Brood mij altijd al geïntrigeerd, dus ik wilde graag dat ie naar De Nieuwe Ooster kwam. Discutabel, ik geef het toe. Maar ik had ook twee goede argumenten. Om te beginnen zijn wij dé gemeentelijke begraafplaats van Amsterdam én een belangrijk cultuurhistorisch monument. De geschiedenis van Amsterdam is op ons gedenkpark van elke meter en elke grafsteen af te lezen. Bekende Amsterdammers horen onlosmakelijk bij deze geschiedenis en geven die bovendien extra kleur. Daarnaast, ook belangrijk, is kostendekkendheid een belangrijk streven. Een bekende Amsterdammer die bij ons wordt begraven of gecremeerd zorgt voor naamsbekendheid. En dat is voor elke onderneming, ook de onze, mooi meegenomen.
Niet voor de eerste keer roept dit soort discussies de vraag bij me op, waarom commercieel denken in onze branche nog steeds zo’n ondergeschoven iets is. Waarom toch zo’n taboe op het profileren van je onderneming? En wat is er nou eigenlijk op tegen om er trots op te zijn dat aan een bekend iemand op jouw begraafplaats de laatste eer wordt bewezen? […] Omgaan met de dood van bekende persoonlijkheden, het wordt een interessant gespreksonderwerp binnen ons managementoverleg de komende maanden.

Meuris’ column, en vooral de laatste zin, bracht de redactie op het idee een artikel te wijden aan ‘de beroemdheid op de begraafplaats’. Hoe gaan begraafplaatsen daar mee om? Is men er blij me? Betekent het extra aandacht, naamsbekendheid en daardoor klandizie? Of is het vooral lastig? Dat soort vragen.

Tot de ‘gewone’ pers ons inhaalde. Het onderwerp ‘beroemde, dode Nederlanders’ – om precies te zijn enkele uitspraken van Meuris hierover in een interview met Trouw eind september – werd oorzaak van ophef bij pers en publiek. Het interview in Trouw ging over veel meer dan ‘de bekende Nederlander’, over de begraafplaats als wandelpark, over de geplande restauratie, over het Nederlands Uitvaartmuseum dat op De Nieuwe Ooster onderdak heeft gevonden, maar daar was minder aandacht voor. De citaten die opzien baarden: “In de begrafeniswereld mag je het woord ‘concurrentie’ eigenlijk niet uitspreken. Maar natuurlijk kijken de begraafplaatsen naar elkaar. En natuurlijk is Westgaarde trots dat zij Brood hebben gecremeerd.”

Over de dag nadat Brood overleden was zegt ze:
“De vraag rees wat we zouden doen als de familie van Brood voor De Nieuwe Ooster zou kiezen, omdat er die week eigenlijk geen plaats was. Vol is vol, was de algemene mening, en Herman Brood is als ieder ander. Kijk, dat vind ik dus niet. Ik heb gezegd dat ik in zo’n geval op de hoogte gesteld wil worden, om te kijken of er wellicht tòch wat mogelijk is. Ik besef dat zo’n discussie voor buitenstaanders vreemd is, maar voor ons betreft het hier natuurlijk gewoon ons werk.”

Het interview eindigt met:
Meuris heeft ooit gezegd dat als Johan Cruyff overlijdt hij op De Nieuwe Ooster moet komen te liggen, zo pal naast Betondorp waar hij is geboren en in de buurt van de plek waar het oude Ajax-stadion heeft gestaan. “Nou, toen ging er een schok door de menigte. Maar waarom zou ik dat niet mogen zeggen? Wat is er nu meer vanzelfsprekend dan dat hij hier wordt begraven? Ik hoop toch echt niet dat hij voor Barcelona kiest. Hij hoort in Amsterdam, en als zijn nabestaanden hem aanmelden, heb ik een heel mooi plekje voor Johan.”

Een maand na het interview met Trouw vindt Meuris niet dat ze te veel heeft gezegd. “De journalist van Trouw was een aardige vent. Ik heb het interview ook vooraf gezien, maar je schrikt toch als je het dan zo gedrukt ziet staan. Het probleem is dat ze het achteraf dan toch weer gaan ophangen aan een paar opmerkingen, die ik eigenlijk terloops heb gemaakt, die over Brood en Cruyff. En dan zetten ze er ook nog als kop boven ‘Hadden we Herman Brood maar’. Verder staat het interview helemaal in de ik-vorm. Ik, ik, ik alsof het alleen om mij gaat. Maar ja, ik zeg altijd wat ik denk, moet ik mezelf dan toch meer gaan censureren?”

Ze was wel bang voor de reacties van haar meerderen. “Kijk, ik ben toch ambtenaar en heb een wethouder boven me. Achteraf bleek iedereen het echter ontzettend leuk te vinden. De wethouder vond het geweldig. Het bleek dat ik ontzettend veel vrijheid heb. Dat zei-ie ook tegen mij. Dat wist ik niet.”

Maar ze blijft verbaasd van de heftige reacties van de buitenwacht. “Ik zit nu vier jaar in de branche en mensen reageren altijd zo verbaasd als ik met bepaalde uitspraken naar buiten treed. Maar waarom mag ik dat niet zeggen? Waarom is commercieel denken taboe voor ons? Alsof het haaks zou staan op dienstverlening. Het gaat júist om de dienstverlening.”

Geen hotel
Wat vinden enkele collega’s van Meuris’ uitspraken? En van het onderwerp ‘bekende Nederlanders’? Op Zorgvlied, de Amstelveense begraafplaats die immens populair is bij de Amsterdamse grachtengordel, ligt waarschijnlijk veruit de meeste ‘bekende Nederlanders’ begraven. Om maar enkelen te noemen: Annie M.G. Schmidt, Frans Kellendonk, Ischa Meijer, Frank Govers en van langer geleden Fien de la Mar, Kees Manders, Herman Heijermans.

Arpad Nesvadba is beheerder op Zorgvlied, nog niet zo lang, vanaf 1 mei jongstleden, daarvoor was hij uitvaartverzorger in Leiden.  Nesvadba: “Kijk, als een bekende Nederlander voor jouw begraafplaats kiest, kun je dat toch terugbrengen tot een soort erkenning. Maar het jammer vinden dat een bekende Nederlander niet voor Zorgvlied heeft gekozen, nee dat ken ik niet. Laatst werd Netty Rosenfeld hier begraven, maar ik had niets eens door dat ze bekend was.”

Nesvadba zal ook geen onderscheid maken tussen bekend en niet-bekend, ook niet als een dag helemaal vol zit. “Want wat is er dan vol? Wat kan dan niet? Is de aula volgeboekt? Dan kan de plechtigheid wellicht elders plaatsvinden en het begraven bij ons. Of is een andere dag mogelijk? En als het echt niet anders kan, dan praat ik met het personeel en vraag ze langer te werken. De keuze van een begraafplaats is niet als die van een hotel. Het is definitief. De laatste wens moet gerespecteerd worden, dus we zullen alles proberen daaraan te voldoen. En of je nu bekend bent of niet, dat maakt niet uit. In de dood is iedereen gelijk.”

En wat vindt Westgaarde zelf? Waarom is niet helemaal duidelijk – “het is beleid” – maar na lezing van de column van Meuris en enkele van haar uitspraken uit het Trouw-interview wil het hoofd van Westgaarde, Annemieke Wester, telefonisch en mondeling geen reactie geven of uitspraken doen. Wel wordt er een officiële reactie op papier gezet, door de afdeling marketing. Die laat weten dat de uitvaart van een bekende Nederlander op Westgaarde ‘natuurlijk goed is voor de naamsbekendheid.’ Want: ‘Bekende Nederlanders hebben in alle opzichten een voorbeeldfunctie dus ook in hoe en waar afscheid van hen genomen wordt.’ Maar iedereen is van harte welkom: ‘Iedereen mag van ons een goede en passende dienstverlening verwachten. Een “beroemde” uitvaart vraagt een grote mate van organisatie en coördinatie, hierbij speelt ook het op een correcte wijze omgaan met de pers en eventuele fans een belangrijke rol. Andere families die op diezelfde dag afscheid nemen van een dierbare, moeten daar ook in alle rust gelegenheid toe hebben. Zo kiezen wij er, uit oogpunt van ruimte en respect voor iedereen, liever voor dergelijke grote uitvaarten op een speciaal tijdstip te laten plaatsvinden. Ik ben zeer tevreden over de wijze waarop de plechtigheid van de heer Brood is verlopen.’

Imago
Kees Hollestelle, manager van begraafplaats Oud Eik en Duinen in Den Haag, laatste rustplaats van onder andere Louis Couperus, Menno ter Braak en Willy Derby: “Ze worden nog wel bij ons begraven, bekende Nederlanders. De laatste is volgens mij Drees junior geweest, verleden jaar. Ik benader het iets anders dan Meuris. Er is geen uitvaartondernemer die er iets op tegen zou hebben om Johan Cruyff te begraven. Er zullen zelfs mensen zijn die jaloers zijn als een ander ‘hem krijgt’. Daar heb ik gelukkig geen last van. Ik weet ook heel goed dat het de hele boel kan ontregelen, tot lange tijd erna. Als ik zie wat voor taferelen er zich afspelen rond het graf van Jim Morrison in Parijs, dan ben ik blij dat hij hier niet ligt. Het kan dus ook eerder negatief werken dan positief. Misschien heeft het enige meerwaarde, omdat mensen het graf willen zien en de begraafplaats daardoor extra onder de aandacht komt. Wij geven ook wel rondleidingen op de begraafplaats, maar ik heb nog nooit gehoord – en we houden ook enquêtes en vragen dan waarom mensen voor Oud Eik en Duinen kiezen – ‘Ik wil hier liggen omdat Drees hier ligt’.”

Ook op Oud Eik en Duinen is een dag of week niet snel vol. “Als we vol zitten, dan gaan we er nog een tijd aanvastzetten. En of het nu een bekende of een onbekende Nederlander is en ze hebben gekozen voor Oud Eik en Duinen, dan zeg ik ‘we doen om 18.00 uur nog een uitvaart. Veel beheerders zullen het niet met mij eens zijn… Als ik uit Meuris’ woorden goed begrijp dat bekende Nederlanders voor gaan, dan lijkt me dat niet zo bevorderlijk voor je imago.”

Achteraf wil Meuris dat ‘volverhaal’ nog wel even toelichten. “Het was niet echt vol die week, dus het antwoord op wat we zouden doen weet ik niet. Wat ik wil is een discussie starten, stel dat het vol is, wat doe ik dan? Ik zou kijken of we het op konden lossen. En dat zouden we precies zo doen bij een niet-bekende Nederlander.”

Heeft ze spijt van haar openhartige uitspraken? “Ik heb het er wel moeilijk mee gehad, maar ik heb geen spijt. Ik heb er in ieder geval heel veel van geleerd.”

En nog iets van Johan Cruyff gehoord? “Nee.” Om met toch wel enige voldoening te vervolgen: “Maar hij zal er wel van gehoord hebben, van het interview.”

Bekende Nederlanders liggen niet alleen in de Randstad. Op de Algemene Begraafplaats in Sittard ligt sinds verleden jaar Toon Hermans begraven. Onder een simpel wit marmeren graf. Samen met zijn Rietje die hem tien jaar eerder voorging. Volgens een verhaal in het NRC Handelsblad van begin dit jaar moet het er daar soms druk aan toe gaan. In NRC komt een grafdelver aan het woord die zegt dat het veruit het drukst bezochte graf. ‘Hij schat dat per week zo’n honderd bezoekers hun respect komen betuigen. In de lente en zomer is het het drukst. Dan komen ze met busladingen tegelijk uit alle hoeken van het land en ook uit België en Duitsland, waar Toon vaak optrad. Meestal nemen ze bloemen mee, bidden en huilen wat en vertrekken weer. Sommigen blijven echter hangen en beginnen herinneringen aan Toon op te halen en soms ook zijn liedjes te zingen en gedichten voor te dragen,’ aldus het NRC.
De heer Kuelers, werkzaam op de Algemene Begraafplaats in Sittard – “Ik ben een van de beheerders – kan er niet koud of warm van worden. De komst van Toon Hermans heeft volgens hem weinig veranderd voor de begraafplaats. “Er komen geregeld bezoekers voor Toon Hermans, maar we hebben er verder geen last van. Ook geen voordeel trouwens. Je kunt ook niet zeggen dat er daardoor hier meer mensen willen liggen. Mensen komen toch wel. Wij zijn de enige grote begraafplaats van Sittard. Dan zijn er nog een paar kleintjes, protestante en katholieke, maar die tellen eigenlijk niet mee. De meeste mensen uit Sittard komen sowieso hier naar toe.”