Dansend begraven

Op begraafplaats en crematorium Westgaarde in Amsterdam worden vierduizend verrichtingen per jaar verricht, waaronder vierhonderd begravingen. Bij honderd van deze begrafenissen gaat het om een nabestaande van Surinaamse komaf. Maar wat is een specifiek Surinaamse begrafenis? Er zijn islamitische, hindoestaanse, protestant christelijke, rooms-katholieke en Creoolse Surinamers, en iedere groep heeft weer andere rouwrituelen. Beroemd zijn de uitbundige Creoolse begrafenissen, waarbij de overledene vooraf wordt bewassen.

Dansend begraven

© Pauline Prior

Op begraafplaats en crematorium Westgaarde in Amsterdam worden vierduizend verrichtingen per jaar verricht, waaronder vierhonderd begravingen. Bij honderd van deze begrafenissen gaat het om een nabestaande van Surinaamse komaf. Maar wat is een specifiek Surinaamse begrafenis? Er zijn islamitische, hindoestaanse, protestant christelijke, rooms-katholieke en Creoolse Surinamers, en iedere groep heeft weer andere rouwrituelen. Beroemd zijn de uitbundige Creoolse begrafenissen, waarbij de overledene vooraf wordt bewassen.

Naast Hindoes, merendeel aanhangers van de evangelische broedergemeente de Lutherse kerk, worden op Westgaarde rooms-katholieken en islamieten begraven. Twee speciale vakken zijn gemaakt voor islamitische Surinamers, aanhangers van Ahmadiya – een islamitische stroming met een orthodoxe en een liberale variant. Bij de orthodoxen dienen de graven met het gezicht naar het oosten te worden aangelegd, bij de liberalen hoeft dat niet. Bij beiden komt de kist dicht op de begraafplaats aan, waar door het personeel van de begraafplaats een graf is klaar gemaakt. Islamieten kiezen vaak voor een eenpersoons keldergraf. Zitkisten worden op Westgaarde niet geaccepteerd. Om een eventuele herrijzenis van een dode mogelijk te maken wordt, als de overledene in zijn graf ligt, het deksel van de kist geopend. Daarna wordt het plafond van het keldergraf geplaatst, waarbij zoveel extra ruimte wordt opengelaten dat men eventueel kan gaan zitten. Dit geeft de geest van de overledene de mogelijkheid zich te verspreiden. De orthodoxen willen een heuveltje van zand om het graf af te sluiten, bij de liberalen is de afdekking glad. De vakken zijn kaal met weinig groen.
 
Chaos
Ruud Verrips is ‘hoofd gebouwen en park’ op Westgaarde. Zijn ervaringen met Surinamers: “De mensen zijn heel vriendelijk en vrij meegaand. Ze komen allemaal in een net pak naar de begrafenis. Bijna elke Surinaamse begrafenis trekt veel bezoek. Ze nemen ook de tijd en zijn emotioneel erg betrokken. Maar als ze bij ons in het gebouw binnen zijn wordt het een chaos.” Vooral de protestant christelijke mensen en de rooms-katholieken verspreiden zich over het hele gebouw, vertelt hij. Ze bezetten alle toiletten en nemen ook de niet gehuurde kamers in gebruik. “Er wordt veel gedronken, en niet alleen limonade. Door de drank verdwijnen de boze geesten, maar ik heb toch vaak het idee dat het een mooie aanleiding is om eens goed blauw te worden. We plannen dan ook een Surinaamse begrafenis het liefst aan het eind van de dag zodat we daarna goed kunnen opruimen. Bij de Hindoestanen valt op dat ze tijdens de plechtigheid veel telefoneren, lachen en praten. Ze lopen heen en weer naar de wachtruimte en ik heb soms het idee dat ze tegelijkertijd aan het handelen zijn; ze verkopen auto’s of misschien wel drugs. Het lijkt alsof ze niet voor de plechtigheid zijn gekomen maar dat het meer gaat om het elkaar ontmoeten. Als ze afscheid nemen van de overledene gooien ze nog wat bloemblaadjes in de kist en dat is het dan. Vaak overschrijden ze ook de afgesproken huurtijd. Als dat langer is dan een kwartier moeten ze bijbetalen.”
 
Bij de islamieten heb je dat niet, stelt Verrips. Maar daar doet zich nu het probleem voor van de algemene graven. Tien jaar geleden zijn deze gekocht vanwege gebrekkige financiën, nu moeten de rechthebbenden worden ingelicht dat de rechten zijn verlopen. “Nabestaanden zijn toen wel ingelicht over de consequenties van een algemeen graf, maar de mensen realiseerden zich niet dat het lichaam dan na die periode wordt weggehaald. Bij eventueel herbegraven geeft dat een probleem met de islamitische eis dat de grond niet geroerd mag worden. We willen ook wel een verlenging aanbieden, maar dan liggen er nog twee onbekenden in hetzelfde graf. Westgaarde is groot (44 hectare) en omdat we veel plek hebben en er nog niet uit zijn, laten we ze voorlopig maar liggen.”

Verrips constateert ook een duidelijke verandering met vroeger als om het Nederlandse uitvaarten gaat. “De calvinistische begrafenis zonder veel emoties is verleden tijd. Het lijkt alsof de doorsnee Nederlander iets geleerd heeft van zijn buitenlandse buurman. En misschien is de Creoolse begrafenis wel wat minder emotioneel aan het worden.”

Alleen het balsemen, dat bij sommige Surinamers gebruikelijk is, begrijpt hij niet helemaal. “Voor mij is het balsemen een raadsel, het interesseert me ook niet echt. Op Westgaarde hebben we nog geen graven geruimd met gebalsemde lichamen dus ik weet niet wat het betekent voor het milieu. Het is ook een probleem voor de toekomst, want vooral protestant christelijke Surinamers, die zich veelal laten balsemen, kiezen voor eigen familiegraven die ze vaak meteen afkopen voor dertig, veertig of vijftig jaar.”

Pure alcohol
Balsemen gebeurt niet bij iedere Surinamer, de elite vindt het bijvoorbeeld afgoderij en laat zich niet bewassen. Eddie Caffé, Surinaamse Creool, werkzaam bij Coöperatie PC op de Amsterdamse Ookmeerweg en lid van de Evangelische Broedergemeente: “Het is een goed Creools gebruik om een dode te bewassen. Het heeft deels met onze religieuze achtergrond te maken. De meeste afleggers horen bij een kerk, zoals de evangelische broedergemeente, Lutherse kerk, de hervormde gemeente of de rooms-katholieke kerk.”

Er zijn 24 afleggers verenigingen die allemaal hun eigen rituelen, gebeden, en gezangen hebben, legt hij uit. “Bepaalde delen van het ritueel moet ik binnenskamers houden, maar tijdens het bewassen gaat elke handeling gepaard met het zingen van een lied. Bij het balsemen gebruiken wij een mixture van formaline, alcohol, glycerine en tabaksbladeren. Deze ingrediënten gaan de verrotting niet tegen, maar stoppen het proces enigszins.”

“We staan er om bekend dat we veel alcohol gebruiken, maar dat is helemaal niet noodzakelijk,” vervolgt Caffé. “Ikzelf drink helemaal niet en ik zit al verschillende jaren bij een afleggersgroep. Alcohol kan niet ontbreken bij een bewassing want de overledene wordt met veel alcohol ge- en bewassen. Het gaat dan om pure alcohol van negentig procent en als je dat drinkt verbrand je zowat.” Van de 24 afleggersverenigingen zijn er 18 waar niet gedronken wordt. Sommige nabestaanden vinden een begrafenis zo zwaar dat het gebruik van alcohol hen kan helpen om het te verwerken. Men maakt dan van de gelegenheid gebruik om veel te drinken, maar dat verschilt per begrafenis, vertelt hij. Een afleggersgroep mag in principe niet voor een bewassing betaald worden; ze ontvangen hiervoor een symbolische betaling van een brood, verpakt in folie en een theedoek. Het ritueel duurt anderhalf tot vijf uur. “Een andere kwestie is dat we graag weer terug willen naar het in één dag bewassen en begraven. Zo gebeurt het nu nog steeds in Suriname, maar in Nederland kan dat vaak niet om organisatorische redenen. Om zoals wij het op zijn Surinaams zeggen ‘dan scheur je maar in één keer’ te beperken willen we weer terug naar afscheid en begraven op dezelfde dag.”

Een Creoolse begrafenis wordt meestal voorgegaan door een kerkdienst met veel gezang. Bij de begrafenis is iedereen in het wit gekleed en de naaste familie heeft een hoofddoek, een anjisa op. “Onze rouwperiode is opgebouwd uit verschillende perioden. Het is gebruikelijk dat de familie na acht dagen en na zes weken na de stervingsdag bij elkaar komt. Hierbij wordt de kleding aangepast. De eerste acht dagen is die helemaal wit. Na veertig dagen draagt men een combinatie van zwart/wit. Vanaf die dag tot zes maanden na het overlijden mag naast het zwart-wit, ook de kleur paarsblauw gedragen worden. En na één jaar is de rouwperiode voorbij.”

Bij de begrafenis gaat vaak een bazuinkoor of een trompettist voor. Sommigen hebben tijdens het leven aangegeven dansend naar het graf gebracht te willen worden, vertelt Caffé. “Door bepaalde swingende pasjes geven de dragers aan dit ritueel uiting. Het is een oude gewoonte. Het wordt geapprecieerd als een troostgevende vorm van rouwverwerking: de nabestaanden worden zo ingenomen door het dansen zelf, dat ze hun verdriet even vergeten.”