Afschaffen van vergunningen: creativiteit of wildgroei?
© Gerda NaterEen aantal gemeentes overweegt de vergunning voor het plaatsen van een grafmonument af te schaffen. Hoe staan begraafplaatsbeheerders hier tegenover? Brengt dit problemen met zich mee of zijn er juist voordelen?
Wie een gedenksteen wil plaatsen, moet daarvoor gewoonlijk een vergunning aanvragen. In het kader van de landelijke trend van deregulering wil een aantal gemeenten deze vergunningen afschaffen. De discussie hierover is nog volop gaande.
Jan de Boer, beheerder van de gemeentelijke begraafplaats Sneek, maakt zich hier zorgen over. In zijn omgeving wordt er veel over gesproken. Mevrouw Bijkerk van Publiekszaken in buurgemeente Wymbritseradiel bevestigt dat het er naar uit ziet dat de vergunningen worden afgeschaft, al staat het nog niet helemaal vast. De mensen vragen nog gewoon een vergunning aan.
Jan de Boer: “Wij voorzien grote risico’s als mensen niet weten met welke afmetingen ze rekening moeten houden. Neem alleen al de term “dubbelgraf”: dat zijn twee graven naast òf boven elkaar. Stel dat ze in het laatste geval met een dubbel monument aankomen, dan hebben we een probleem. Maar behalve over de grafsteen gaat het ook over de juiste persoon. Het is hier een paar keer gebeurd dat twee personen voor dezelfde overledene een grafmonument wilden plaatsen, terwijl er maar één rechthebbende kan zijn. Dat is gewoonlijk het aanspreekpunt van de familie en is ook vaak degene die de begrafenis heeft geregeld. Het afschaffen van vergunningen speelt momenteel in de politiek, en als de één iets verandert, wil de ander dat vaak ook. Het lijkt me niet goed om alles af te schaffen. Als het mis gaat, wordt de beheerder erop aangekeken! Ons advies is: houd een meldingsplicht en stel mensen op de hoogte van de juiste voorwaarden.”
Alleen meldingsplicht
Niet iedereen is somber over de plannen. De Gemeente Middelburg verleent al tien jaar geen vergunningen meer en werkt alleen met meldingsplicht, vertelt beheerder Martin Jilleba: “Veel zaken zijn in de verordening en uitvoeringsbesluiten geregeld. Op het moment dat de grafakte passeert, krijgt de aanvrager toestemming om een monument te plaatsen. De steenhouwer is dan verplicht om vier weken voor het plaatsen een verzoek met een tekening in te dienen. Krijgt hij geen reactie, dan mag hij aan het werk gaan. Voldoet het ontwerp niet aan de verordening, dan krijgt hij geen toestemming. Het verschil is een enorme papierwinkel. Vroeger was er een aparte vergunning nodig voor het verlengen van grafmonumenten en moesten we daar een factuur voor sturen. Daar kwam nog een beplantingsvergunning bij, met een aparte factuur voor de afkoop van het onderhoud. Nu is het veel makkelijker. Leggen de nabestaanden geen perkje aan, dan zaaien wij daar gras en maaien we dat twintig jaar lang. De nabestaanden vinden het fijn dat ze er niet meer mee belast worden, de steenhouwers vinden het prettiger en de ambtenaren hebben veel minder werk. Wel laat je mensen betalen voor een regeling waar ze misschien geen gebruik van maken. Dat, en het feit dat we maar één tarief hebben, is een heikel punt. Juridisch is het niet helemaal zuiver, maar daar heeft nog nooit iemand zich aan gestoord.”
Gulden middenweg
De begraafplaats in Almere Haven is een voorbeeld van werken zonder vergunningen maar ook zonder meldingsplicht. Het gevolg is creativiteit, maar er zit ook een keerzijde aan. “Je ziet de mooiste kunstwerken, waardoor het zelfs een geliefde plek voor excursies is,” vertelt een uitvaartondernemer uit de omgeving. “Maar sommige creatief aangelegde vijvertjes liggen zomers wel te stinken, en nabestaanden die een mooi perkje onderhouden ergeren zich aan de paardebloemen van de buren.”
Willem van der Putten is juridisch adviseur, directeur van de Stichting Grafzorg Nederland, voormalig voorzitter van de LOB én auteur van een aantal boeken over recht en regels op begraafplaatsen. Hij ziet de ontwikkelingen als golfbewegingen in de tijd. “Als er veel vergunningen en procedures zijn, vraagt men zich af of het niet eenvoudiger kan. Worden ze afgeschaft, dan is er geen controle meer. Als er dan ineens een grafmonument staat, krijg je dat niet zomaar weg. De volgende familie vraagt dan om ook een uitzondering te mogen maken. De brutale burger heeft de halve wereld, en de brave burger die zich netjes aan de regels houdt, wordt dan boos. Dan krijg je wildgroei en gebeuren er dingen die je eigenlijk niet zou willen. Je moet steeds naar de gulden middenweg zoeken.”
Heldere voorschriften
Voor het plaatsen van een grafmonument is het Bouwbesluit van toepassing, zegt Rick Verelzen, die bij de Vereniging Nederlandse Gemeenten de ‘portefeuille begraafplaatsen’ heeft: “De gemeente geeft de maximale afmetingen en toegestane materialen aan in de Verordening Begraafplaatsen. Voor dingen die echt niet kunnen, moet je regels stellen om wildgroei te voorkomen. Maar waar je wel ruimte hebt, moet je die ruimte ook bieden. Gaat er iets mis, dan moet een beheerder kunnen terugvallen op degene die over de deregulering heeft beslist. Dreigen er ongelukken te gebeuren, dan geeft de uitspraak van de Hoge Raad uit 2002 houvast: de eigenaar van de begraafplaats is tevens eigenaar van het gedenkteken op die grond. Is dat de gemeente, dan moet zij bij problemen de nabestaanden waarschuwen en kan zij desnoods de steen verwijderen. In het geval van het dubbelgraf is het een kwestie van duidelijke voorschriften.”
Dat zegt ook Pauline Harmsen, consulent van de LOB. “Met de verplichte vergunningaanvraag zorgen we er juist voor dat mensen niet ondeskundig iets neer (laten) zetten; iets wat niet goed gefundeerd is, kan omvallen of wegzakken, of het kan hinderlijk zijn voor de buren. Zoiets kun je beter van te voren even doorspreken dan dat je achteraf extra kosten en huilende mensen hebt.” Zij ziet ook wel haken en ogen, maar een begraafplaats kan met heldere voorschriften en een goede instructie aan lokale steenhouwers tot een vereenvoudigde procedure komen.