Opgraving en vervoer stoffelijke resten

Rubriek: Begraven en regelgevingOnderwerp: h. Kist of ander omhulsel

VRAAG

Kort geleden is helaas onze moeder overleden. Wij hebben de wens onze vader, 22 jaar geleden overleden en begraven in XX, op te graven, te cremeren en samen eventueel uit te strooien. Wij zijn daarvoor in contact getreden met de uitvaartorganisatie die onze moeder heeft begraven. Deze rekent exorbitante kosten voor het vervoer en een kist. Wij willen dan ook zelf de regie nemen en zelf het vervoer en de kist regelen. De gemeente XX zegt in een mail dat zij ons daarvoor geen toestemming in een vergunning willen verlenen en dat we alleen via een uitvaartorganisatie mogen vervoeren. Zoals ik gelezen heb zegt de wet op de lijkbezorging hier niets over. Kunt u ons helpen met wat we wel en niet mogen en waar bijvoorbeeld een knekelkist aan moet voldoen, want deze weerstand is in deze rouwperiode alles behalve prettig.

ANTWOORD

Het is vervelend te moeten lezen dat uw wens om de stoffelijke resten van uw 22 jaar geleden overleden vader op te laten graven en te laten cremeren, zo moeizaam verloopt. U stelt de LOB een aantal vragen, over verschillende momenten in dat proces hetgeen aangeeft dat u wellicht eerder onvoldoende bent voorgelicht.

U schrijft dat u de uitvaartorganisatie die uw moeder heeft begraven heeft benaderd om te regelen dat de stoffelijke resten van uw vader opgegraven en gecremeerd worden. Deze uitvaartonderneming is wellicht niet de juiste partij om de opgraving, levering nieuwe kist en transport voor u te verzorgen. Ik begrijp dat u zo kort na het overlijden van uw moeder hen benaderd heeft, maar adviseer u met een andere partij contact te zoeken. Als brancheorganisatie hebben wij regelmatig contact met de Branche Vereniging Ondernemers Begraafplaatsbeheer (BVOB) Home – BVOB . Hun leden zijn gespecialiseerd in opgravingen en ruimingen en kunnen het administratieve proces met gemeente en crematorium ook voor u afhandelen. Zij kunnen ook een kist voor het transport van de stoffelijke resten leveren en afspraken met het crematorium maken waar de crematie zal plaatsvinden.

U vraagt ook naar de eisen waaraan een kist moet voldoen. Heel kort en simpel gezegd: de kist moet geschikt zijn voor het vervoer en crematie van de stoffelijke resten en moet in de crematieoven passen. Dat is heel kort door de bocht en ik ga u niet vermoeien met de technische eisen die crematoria stellen. Hiervoor verwijs ik u naar de site Geschikte uitvaartkisten – LVC (lvc-online.nl)

Het is niet dat ik u de informatie niet wil geven, maar niemand weet precies – voorafgaand aan een opgraving – hoe groot de kist moet zijn die gebruikt zal worden voor de stoffelijke resten. De begraving van uw vader is 22 jaar geleden. In principe zal de lijkvertering zover gevorderd zijn, dat alleen bot(restanten) overgebleven zijn. Er kunnen echter ook omstandigheden zijn die ervoor gezorgd hebben dat een lijkvertering minder goed verlopen is. U kunt hierbij denken aan synthetische kleding of het gebruik van een hoes die de toevoer van zuurstof bij het lichaam verhinderd heeft en voor een onvolledige vertering heeft gezorgd. Andere aspecten die invloed kunnen hebben op de vertering zijn de grondsoort, begraafdiepte en soort kist. Bij een opgraving hebben de genoemde bedrijven daarom ook altijd verschillende maten kisten bij zich om de stoffelijke resten in te kunnen bergen. Deze kisten zijn in ieder geval geschikt voor een crematie.

Dan het vervoer van stoffelijke resten. De Wet op de lijkbezorging (Wlb) schrijft hier wel degelijk iets over. Namelijk in artikel 29, lid 2:

Artikel 29

  1. Een lijk wordt slechts opgegraven met vergunning van de burgemeester van de gemeente waarin het is begraven, en, indien het een particulier graf betreft, met toestemming van de rechthebbende op het graf.
  2. Aan de vergunning verbindt de burgemeester de nodige voorschriften betreffende geneeskundig toezicht alsmede vervoer en bestemming van het lijk.

Gebruikelijk is dat als één van de voorwaarden in de vergunning tot opgraving (en crematie van de stoffelijke resten) is opgenomen dat het vervoer moet geschieden door een daartoe gespecialiseerd bedrijf. Dat kan een uitvaartorganisatie zijn, maar ook een van de BVOB-leden. Ook zijn er organisaties die zich volledig toegelegd hebben op rouwvervoer, bijvoorbeeld Wagenpark (rouwservice-nederland.nl) . Het vervoer van de stoffelijke resten hoeft vanzelfsprekend niet met een rouwauto. Een overbrengauto is hiervoor ingericht en ook geschikt om een kist(je) met stoffelijke resten te vervoeren.

Een reden waarom deze voorwaarde in een vergunning wordt opgenomen heb ik eerder genoemd, namelijk mogelijk minder goed verteerde lichaamsdelen. Daarnaast wil de burgemeester ook de zekerheid hebben dat alle stoffelijke resten in het crematorium terecht komen. Het is vast niet uw intentie, maar er zijn soms ‘zieke geesten’ die één of meerdere botten zouden willen achterhouden en dat is simpelweg verboden op grond van de Wlb.

Ik begrijp niet helemaal waarom een medewerker van de gemeente u heeft laten weten dat de vergunning alleen verleend zal worden indien een uitvaartorganisatie de stoffelijke resten zal overbrengen. Daar hoeft geen discussie over gevoerd te worden. De burgemeester kan dit gewoon op grond van artikel 29, lid 2 Wlb als voorwaarde in de vergunning opnemen. Wanneer u het daar vervolgens niet mee eens bent, kunt u op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)hier binnen zes weken bezwaar tegen maken. De eerlijkheid gebied me te schrijven dat dit bezwaar weinig kans maakt en wel om hetgeen artikel 29, lid 2 aangeeft. Tenzij als voorwaarde is opgenomen dat er beslist een rouwauto gebruikt moet worden, terwijl een overbrengauto ook mogelijk en wellicht voordeliger is. Als het maar een ‘tot dit doel ingericht voertuig’ is dat gebruikt wordt.

Met deze informatie hopen we dat de opgraving en crematie van de stoffelijke resten van uw vader zonder verdere obstakels of hindernissen uitgevoerd kan worden.

IW mei24
12 juni 2024