Geldigheidsduur van een vergunning tot opgraving?

Rubriek: AdministratieOnderwerp: c. Wettelijke voorschriften

VRAAG

Hoelang blijft een vergunning tot opgraving geldig?

ANTWOORD

De geldigheid van een vergunning tot opgraving is afhankelijk van hetgeen hierover in de vergunning vermeld is. Er is geen verplichting om een geldigheidstermijn in de vergunning op te nemen. Het kan en mag echter wel. Op grond van de Awb is tegen een Besluit van een burgemeester een bezwaartermijn van zes weken van kracht. Om te voorkomen dat er gebruik gemaakt wordt van de vergunning terwijl er een reëel risico bestaat dat er bezwaar tegen de vergunning gemaakt wordt, is het in een dergelijke situatie raadzaam om in de vergunning een termijn op te nemen. De termijn kan dan zijn dat uitvoering van de opgraving pas mag plaatsvinden na het verstrijken van de bezwaartermijn van zes weken.

Is er sprake van een algemeen graf van waaruit de opgraving moet plaatsvinden na afloop van de uitgiftetermijn, kan het ook wenselijk zijn dat er een termijn in de vergunning opgenomen wordt. Denk dan aan een uiterste datum dat de opgraving uitgevoerd moet zijn. Hiermee kan voorkomen worden dat een nog niet uitgevoerde opgraving een (grootschalige) ruiming van een veld algemene graven op zou kunnen houden. Om in een dergelijke situatie een termijn in een vergunning te krijgen, is goed overleg hierover tussen de beheerder van de begraafplaats en de medewerker van de gemeente die de vergunning voorbereidt van belang.

Het kan ook zijn dat een uitvoeringstermijn opnemen in de vergunning ongewenst is. Een praktijk voorbeeld hiervan is de volgende situatie. Vader is ruim 10 jaar gelden overleden en vader en moeder hadden bij leven al een graf uitgezocht op de begraafplaats in X. Om verschillende redenen wil moeder niet meer op die begraafplaats begraven worden, maar op een andere begraafplaats in haar nieuwe woonplaats. Zij bezoekt het graf van vader wel zeer regelmatig, maar voelt zich niet prettig bij die plek. Opgraven en elders herbegraven wil zij op dat moment ook niet omdat zij samen met haar partner deze locatie al bij leven uitgezocht hadden. Zoon is rechthebbende op het graf en dient een verzoek in tot opgraven en herbegraven van de stoffelijke resten van zijn vader. In het verzoek aan de burgemeester wordt toestemming gevraagd om de opgraving uit te laten voeren direct na het overlijden van moeder. De stoffelijke resten van vader kunnen dan op de nieuwe begraafplaats herbegraven worden in een nieuw graf vóórdat moeder in dat graf bijgezet wordt. Zo kan er uitvoering aan de wens gegeven worden dat vader en moeder bij elkaar begraven worden op een andere begraafplaats. In een dergelijke situatie is een uitvoeringstermijn in een vergunning ongewenst omdat nog onzeker is wanneer de stoffelijke resten opgegraven dienen te worden.

Kortom, een uitvoeringstermijn opnemen in een vergunning tot opgraven kan en mag, maar het hoeft niet. Bij elke aanvraag voor een vergunning tot opgraven is maatwerk op z’n plaats.

IW feb24
29 februari 2024