Groen Amersfoort
© Gerda NaterIn mei dit jaar verscheen een onderzoek naar de ecologie van de Sint Martinuskerk en omgeving – waaronder een kerkhof – in Hoogland, ten noorden van Amersfoort. Rien Jans en Tijmen den Ouden schreven als afsluiting van de IVN-Natuurgidsencursus een zeer lezenswaardig werkstuk. Met haalbare en betaalbare adviezen, en een pleidooi voor een beheervisie.
De titel van het werkstuk is ‘Kansen voor een groene kerk’. Het onderzoeksgebied besloeg de kerk en pastorie in Hoogland, de pastorietuin, het kerkhof en het aangrenzende openbaar groen ‘Leo’s Oord’. Rien Jans en Tijmen den Ouden onderzochten de bodem en de biodiversiteit. Ze ontdekten 26 soorten bomen, 18 struiken, 9 mossen en korstmossen, 41 kruiden, 6 schimmels, 38 vogels, 5 vlinders, 12 insecten, 2 amfibieën (bruine en groene kikker) en 4 zoogdierensoorten (dwergvleermuis, laatvlieger, rosse vleermuis en konijn). Ze bekeken hoe het gebied verbonden is met andere groene gebieden en onderzochten de visie van de betrokkenen. Het goed gedocumenteerde werkstuk telt 56 pagina’s. Hier
focussen wij op het kerkhof en op de beheervisie van de betrokken partijen.
Het kerkhof is een rechthoekige, vlakke open ruimte met honderden grafzerken. De enige beplanting is een dubbel laantje van jonge haagbeuken. De twee hoofdpaden zijn beklinkerd, de rest van het oppervlak bestaat uit zand; dit wordt dagelijks keurig aangeharkt, waardoor de begroeiing geen kans krijgt. De stenen bevatten veel korstmossen. Het kerkhof is omgeven door struiken en bomen, die
veel vogels en vleermuizen aantrekken. De hulsthaag is vijftien jaar geleden strak gekortwiekt. Rien Jans: “Het beheer is pragmatisch en ad hoc; een beheersplan ontbreekt. Dit is exemplarisch voor kerken in ons land. Ze hebben veel groen, maar dat heeft allerminst prioriteit.”
Suggesties welkom
In maart dit jaar werd, tijdens het onderzoek, gestart met de uitbreiding van het kerkhof, waarvoor 600 m2 plantsoen is aangekocht van de gemeente. Later dit jaar wil de kerk een deel van de pastorietuin ombouwen tot kerkhof. Ook liggen er plannen om deze prachtige tuin voor het publiek toegankelijk te maken. In het ontwikkelvoorstel is niet uitgegaan van verbetering van de ecologie, maar het kerkbestuur staat open voor suggesties voor bijvoorbeeld aanplanting. De gemeente Amersfoort heeft weinig zicht op het terrein van de kerk, omdat dit particulier bezit is. Toch is er betrekkelijk eenvoudig ecologische winst te behalen bij de Sint Martinuskerk. Met relatief kleine aanpassingen in de directe omgeving kan de gemeente deze bijna onopgemerkte oase (tuin, vijvers, kerk en pastorie) op de ecologische kaart van Amersfoort intekenen door de verbinding tussen het gebied met Park Schothorst te verbeteren.
Al betekent zo’n verandering een verstoring, de onderzoekers zien vooral kansen om de ecologische kwaliteit te verbeteren. Het is een welkome gelegenheid om een advies op te stellen voor de belanghebbenden: de gemeente, het kerkbestuur en IVN Amersfoort. “De goede wil is bij alle partijen aanwezig, maar een beheersvisie ontbreekt vrijwel,” licht Rien Jans toe. “Die visie proberen wij te stimuleren, maar eerst moeten we de partijen op elkaars aanwezigheid attenderen. Iedereen zit
letterlijk achter zijn eigen heg. Als ze gaan samenwerken is er met minimale kosten voor alle partijen winst te behalen.”
Het advies aan het parochiebestuur houdt een attitudeverandering in van behoudend beheer naar een actievere of proactieve rol voor een verbeterde ecologische waarde. Dit is met betrekkelijk weinig menskracht en kosten te realiseren. De pastorietuin is al eeuwenlang in balans, doordat er vanaf het begin zorgvuldig mee is omgegaan en er vrijwel niets is veranderd.
De tuin heeft een cultuurhistorische en sociaal-religieuze waarde en is de trots van Hoogland. Openstelling van dit kwetsbare gebied raden de onderzoekers af; als alternatief adviseren ze een visuele ontsluiting door de heg fors te verlagen. Hun advies voor het kerkhof luidt: laat alles zoveel mogelijk intact. ‘Zolang ze geen bedreiging vormen voor de structuren, is het belangrijk om ervan te zijn doordrongen dat de fraaie mossen en korstmossen op zerken, muren en baarhuisje vele jaren nodig hebben gehad om uit te groeien tot de bijzonderheden die ze nu zijn.’
Omdat de kerk moeilijk vrijwilligers voor ‘groen werk’ kan krijgen, ligt hier een uitdaging voor IVN Amersfoort om zijn kennis en vaardigheden te delen; niet door het dagelijks beheer op zich te nemen, maar door regelmatig toezicht te houden in samenwerking met het parochiebestuur en de gemeente. Hier liggen tevens kansen om de maatschappelijke betrokkenheid te vergroten. Het onderzoek van Rien Jans en Tijmen den Ouden is heel waardevol voor de biodiversiteit en het culturele erfgoed van dit gebied. Daarnaast dragen ze met hun advies uit dat doordacht beheer en een goede samenwerking essentieel zijn voor een optimaal resultaat. Zo is Landschap Erfgoed Utrecht geïnteresseerd in hun inspanningen omdat het momenteel inventariseert of zij een rol kunnen spelen bij het beheer van begraafplaatsen.
Laten gemeenten, kerken, IVN-afdelingen en andere organisaties de handen ineen slaan en hun kansen benutten.