Groen in plaats van zwart (deel 2)

In het februarinummer besteedden we in het artikel ‘Groen in plaats van zwart (1)’ aandacht aan het toepassen van bodembedekkende vaste planten op braakliggende delen van een begraafplaats. Een andere onderhoudsarme manier om zwart groen te krijgen is de toepassing van gezaaide wilde planten. Creëer in een handomdraai een prachtige bloemenakker!

Groen in plaats van zwart (deel 2)

© Wim van Midwoud

In het februarinummer besteedden we in het artikel ‘Groen in plaats van zwart (1)’ aandacht aan het toepassen van bodembedekkende vaste planten op braakliggende delen van een begraafplaats. Een andere onderhoudsarme manier om zwart groen te krijgen is de toepassing van gezaaide wilde planten. Creëer in een handomdraai een prachtige bloemenakker!

Tijdens één van de LOB-rayonbijeenkomsten werden de aanwezigen rondgeleid door een trotse beheerder over zijn domein. Hij vertelde enthousiast over de geschiedenis van de begraafplaats, geslaagde restauraties van bijzondere monumenten, hoe verantwoord het groen werd beheerd. Op een gegeven moment liepen we van het ene mooie grafvak naar het andere, dwars door een wilde plantenweide. Schuchter vertelde hij dat dit hoekje braak lag, dat hij er maar een handje zaad op had gegooid en dat bezoekers dit stukje nu gebruikten als plukweide. De reacties van collega-beheerders waren verschillend. Sommigen boomden door dit weitje, al pratend, zonder ook maar één klaproos, bolderik of korenbloem gezien te hebben. Anderen keken wat schuchter: kan dit nou allemaal wel op een dodenakker? Weer anderen gingen enthousiast de verschillende soorten wilde planten tellen die ze allemaal zagen.
Welnu, dit artikel is bestemd voor de twee laatstgenoemde groepen.

Bloemenpracht
U heeft vast wel eens in de voorzomer langs een alpenweitje gewandeld en versteld gestaan van al die kleurige bloemetjes waar die Milkakoeien zich tegoed aan deden. “Tjonge, jonge, wat is het hier mooi,” roept u dan, “hadden we maar zo’n bloemenpracht bij ons thuis in de buurt!” Nou, ik kan u gerust stellen, dat is vrij gemakkelijk te realiseren en… het kost bijna niets.

Belangrijk is dat u eerst een aantal grondbeginselen leert. Daarnaast moet u een aantal bekende regels vergeten, als u op deze ecologische toer wilt gaan. De leraar ecologie stelde, tijdens een workshop ‘Ecologie aan mijn tuinmannen’, als eerste vraag: “Wat hebben jullie allemaal geleerd in het groen?” Mijn ervaren tuinlieden begonnen met het opsommen van een lange rij opleidingen, cursussen en ervaringen en raakten steeds enthousiaster. “Nou, dat is dan heel mooi, maar vergeet dat binnen de ecologie allemaal maar zo snel mogelijk,” was zijn onthutsende antwoord. Hij doelde op de basis van ecologisch groenonderhoud, waarin zo min mogelijk ingrijpen en zoveel mogelijk door de natuur zelf laten regelen een belangrijk uitgangspunt is. Let wel, dit betekent niet dat er niets gedaan hoeft te worden! Dat is namelijk een groot misverstand. Terug naar de wilde plantenweide.

Schraal, schoon en dun
De eerste regel is: een schrale bodem geeft meer succes op een bloemrijk resultaat, dan een rijk bemeste of een kleiige bodem. In een flink bemest grasland ziet u maar een paar soorten: heel groen gras en misschien nog wat klaver. In een rotsige voedingsarme alpenweide kunnen wel 50 soorten voorkomen. Bij een arme bodem groeien soorten minder snel en blijft er meer open grond over voor soorten die wat meer tijd nodig hebben om te ontkiemen en tot ontwikkeling te komen. Hoe rijker de bodem is, des te sneller treedt vergrassing op en kunnen alle bloemrijke soorten verdrongen worden.

De tweede regel: begin met een ‘schoon’ terrein. Dat wil zeggen, min of meer braakliggend. Het terrein hoeft niet 100% onkruidvrij te zijn, maar soorten als akkerdistel, winde en kweekgras zijn niet echt bevorderend voor het resultaat. Ga niet te werk op een terrein dat voortdurend onkruidvrij is gehouden door toepassing van chemische bestrijdingsmiddelen. Zo’n terrein moet eerst een jaar rust hebben, zodat het meeste gif kan uitspoelen.
De derde regel: zaai dun. Heel anders dan bij gazons is 1 gram per m² vaak al voldoende. Dat is maar goed ook, want een wild plantenmengsel doet al gauw zo’n € 15,- tot € 60,- per 100 gram. Op zich duur dus, maar door de lage zaaidichtheid juist weer voordelig.

Zaaimengsels
Laten we het simpel houden, om te beginnen. Heeft u een terrein dat tijdelijk geen bestemming heeft, dan is dit een geschikte hoek om gedurende een aantal jaren wilde plantenweide te laten zijn. Er zijn meerdere leveranciers in Nederland van wilde plantenzaden. De Morgenster, Ten Have Seeds, Limagrain, de Cruydt-hoeck. In heb eerlijk gezegd vooral ervaring met de Cruydt-hoeck omdat zij destijds zo’n schitterende Dikke Zadenlijst hebben uitgebracht. En omdat ze voor ieder bodemtype een weloverwogen mengsel hebben samengesteld. Vroeger was dit bedrijf, gerund door echte liefhebbers, vrijwel onbereikbaar voor vragen. Contact kon alleen per post. Tegenwoordig is dat anders; ik kan nu zoveel bellen of mailen al ik maar wil met mijn domme, onervaren vragen. Kijk op de site www.cruydthoeck.nl en klik op ‘mengsels’. Zoek hier het mengsel uit welke het beste overeenkomt met het bodemtype dat u wilt inzaaien. Tip: voeg hierbij toe ongeveer 25% van het mengsel ‘eenjarige akkeronkruiden’. Het hoofdmengsel bevat veelal tweejarige soorten en vaste planten, die het eerste zomerseizoen niet volop bloeien. Met de akkeronkruiden erbij echter succes verzekerd; rood van de klaprozen, blauw van de korenbloemen en/of geel van de kamille.

Prachtige bloemenakker
Hoe gaat u te werk. U kunt in het najaar of in het vroege voorjaar het beste inzaaien, maar maart, april kan eventueel ook nog wel. Enkele soorten hebben een koudeperiode nodig om te ontkiemen. Een ruw geëgaliseerd, braakliggend terrein is al goed genoeg. Omdat u relatief weinig zaad per oppervlakte nodig heeft, is het wat lastig om dit egaal over een groot terrein te verdelen. U kunt het mengsel daarom het beste in een emmer doen met droog zand en dit vervolgens goed mengen. Dit egaal uitstrooien gaat goed. Licht inharken en klaar, afwachten maar! In de eerste zomer staat u – en de bezoekers – versteld van de kleuren; een prachtige bloemenakker heeft zich ontwikkeld. Het eigenlijke basismengsel heeft wat meer tijd nodig om tot ontwikkeling te komen. Deze bevat een deel tweejarige soorten en vaste planten. In het tweede jaar zullen juist deze soorten volop bloeien. De akkeronkruiden zullen teruglopen. Deze groeien juist goed in een omgewerkte bodem. Vanaf het derde jaar ziet u vrijwel alleen het basismengsel. Daarnaast merkt u dat bij een rijkere grond de vergrassing toeneemt. Als u dit niet wilt, dan is dit wel tegen te houden door verschraling met een zandlaag, maar dat wordt natuurlijk wel weer vrij bewerkelijk. Het is een boeiende ervaring om te zien hoe ieder jaar het beeld wisselt.

Ook het onderhoud is vrij eenvoudig. U moet af en toe maaien en afruimen. Als rond 21 juni de kruiden veel hoger staan dan uw knieën, dan is het tijd om te maaien. Is dit niet het geval, dan kunt u wachten tot eind augustus. Let op: maaien moet op een hoogte van ongeveer 10-15 cm. In ieder geval niet lager. U laat het maaisel een week liggen, zodat de zaden de gelegenheid hebben los te raken en op de bodem terecht te komen. Vervolgens harkt u het maaisel bij elkaar en voert het af. Na deze maaibeurt komt de weide weer opnieuw tot bloei. De maaifrequentie is dus afhankelijk van de hoogte van de vegetatie rond 21 juni. Is deze veel hoger dan 50 cm., dan maaien en afruimen rond 21 juni en 30 augustus. Is het mengsel lager, dan alleen maaien en afruimen rond 30 augustus. Een kind kan de was doen.

Probeer het eens. U zult versteld staan van de bloemenpracht. Vlinders, bijen en hommels zullen uw weitje snel ontdekken en u dankbaar toefladderen en toezoemen.

Als u dit leest is het al juni. Jammer, zult u misschien denken, dit jaar te laat voor een bloemenweide… Dat is niet helemaal waar. Tot eind juni kunt u nog Phacelia zaaien. Een soort die in juli nog volledig tot wasdom komt en schitterend blauwpaars bloeit. Bovendien een goede stikstofbemester. Maai de Phacelia als het geel begint te worden in september/oktober, laat het maaisel weer even liggen voor het af te harken en… volgend jaar opnieuw succes verzekerd.

Lees ook het artikel Groen in plaats van zwart (deel 1).