'Knutselreligie’ leidt tot botsingen bij uitvaart
Het knettert bij uitvaarten en begrafenissen. Nabestaanden willen er hun eigen invulling aan geven, maar stuiten op vaststaande kerkelijke rituelen. “Wij moeten ons de vraag stellen: van wie is het kerkhof?,” vindt religiewetenschapper Jean-Pierre Wils.
In Kaatsheuvel weigerde een pastoor de kerkelijke uitvaart van een 35-jarige inwoner. Oorzaak: de man had een ongeneeslijke progressieve spierziekte en koos na een ziekbed van een jaar voor euthanasie. In Waalwijk weigerde een pastoor een bijzetting, toen de familie een andere pastoor wenste voor de uitvaartplechtigheid. In Brunssum brak een 85-jarige man met de kerk, omdat de pastoor op geen enkele wijze wilde ingaan op zijn wensen bij de uitvaart van zijn vrouw. Incidenten? De spanning tussen persoonlijke en kerkelijke religie neemt toe, zo luidt een verklaring. De persoonlijke religie, een brouwsel van uiteenlopende religies en persoonlijke zingeving, vraagt soms andere symbolen, rituelen en handelingen dan de kerk oplegt. Zoals het draaien van popmuziek of het lezen van een werelds gedicht. Volgens Jean-Pierre Wils zijn de incidenten een ontlading van de spanning tussen de ideologie van het instituut en het persoonlijke geloof van individuen. “Dat gaat steeds vaker gebeuren, omdat mensen een meer persoonlijke inkleuring verlangen van dit soort momenten,” zegt Wils, die decaan is van de faculteit religiewetenschappen van de Radboud Universiteit Nijmegen en als hoogleraar cultuurtheorie van de moraal, betrokken is bij onderzoek naar rituelen bij de dood.
De weigering van de pastoor om de uitvaart te doen van de geëuthanaseerde vrouw, ziet Wils als een intern kerkelijke aangelegenheid: een gelovige wijkt af van het morele standpunt van de kerk. “Maar wat we nu meemaken is veel breder. Mensen stappen eruit omdat ze een soort knutselreligie – ik bedoel dat niet denigrerend – hebben ontwikkeld, en daarmee krijg je ook individualisering van de begrafenisrites.”
Verwaterde identiteit
De persoonlijke inkleuring kan bestaan uit de keuze voor een pastoor of voor eigen teksten. “Tegen de achtergrond van deconfessionalisering gaan mensen op zoek naar eigen vormgeving.” Dit verschijnsel is in Nederland ‘indrukwekkend en alomvattend’, aldus Wils. “Op de meest cruciale momenten, zoals eerder bij doop en huwelijk, maar nu ook steeds meer bij sterven, onttrekken mensen zich aan het patroon van rituelen. En daarmee onttrekken ze zich ook aan de opvattingen achter die traditionele rituelen: het orthodoxe standpunt van de kerk.”
Wils ziet een reactie van de kerk. “Her en der en steeds vaker zal men de teugels strakker aantrekken. Dat is vanuit het perspectief van een lokale kerk ook te begrijpen. Ze ziet haar eigen identiteit steeds meer verwateren.
Er komen steeds meer mensen met vragen en eisen en pastores kunnen daar weinig mee, die hebben een totaal andere opvatting. Dat snap ik ook wel. Naarmate zo’n institutie sterker onder druk komt te staan, gaat het de teugels nog strakker aantrekken. Dus dit soort conflicten zullen eerst toenemen,” zo schetst de hoogleraar. De katholieke kerk zelf ziet het heel anders. “Het gaat er niet om de teugels aan te trekken of te vieren,” reageert woordvoerder Michiel Savelsbergh van bisdom Den Bosch. “Het gaat erom duidelijk te maken wat de kerkelijke uitvaart inhoudt.” Daarvoor publiceerde het bisdom in 2003 de brochure ‘Kiezen voor een kerkelijke uitvaart’. De betekenis van de kerkelijke uitvaart was namelijk vervaagd, aldus Savelsbergh. “Pastoors zeiden: kom eens met een leidraad.” Onder het kopje Welke mogelijkhedenzijn er om de kerkelijke viering persoonlijke rituelen mee te geven? informeert de brochure dat op de kist van de overledene bijvoorbeeld wel een foto van de overledene mag staan of een ander ‘bescheiden karakteristiek voorwerp’, maar dat dat voorwerp niet op het altaar mag. En dat niet-bijbelse teksten niet passen in een uitvaart, evenmin als muziek van een cd. De brochure werpt haar vruchten af. “Wij merken dat mensen beter weten welke eisen de kerk stelt.” Op de genoemde incidenten wil Savelsbergh niet ingaan (“U voert twee cases aan (Kaatsheuvel en Waalwijk, H.P.), die ken ik op zich niet zo specifiek. Moet ik daar een algemene uitspraak over doen? Dat doe ik niet.”). Maar hij ontkent dat een katholieke begraafplaats een reden kan hebben om een begrafenis te weigeren. “In principe heeft iedere katholiek het recht op een plek om begraven te worden, als hij in een parochie woont. Dat is een algemene regel. Stel je hebt van de geboorte tot de dood niks gedaan aan het geloof. Dat maakt niet uit.” Maar, zo vult hij aan, het recht op een plek om begraven te worden, is nog geen recht op een uitvaart.
Afhaalchinees
Volgens bijzonder hoogleraar etnologie Gerard Rooijakkers heeft de kerk de uitvaart dichtgetimmerd. “Een begrafenis mag niet te persoonlijk zijn, er mag geen muziek van Frans Bauer gedraaid worden,” vertelt hij in dagblad Trouw. Een slechte zaak, meent hij. “De spelelementen komen in het gedrang. Als ze worden verwijderd, ontstaat er een hol ritueel waar mensen geen verbondenheid meer aan kunnen ontlenen.” Hij snapt best dat de kerk haar tradities bewaakt. “De kerk wil geen afhaalchinees zijn, waar mensen alleen komen als het ze uitkomt, en waar ze alles kunnen bestellen wat ze willen.” Maar momenteel ziet hij geen enkele ruimte meer voor spel en overheerst de rituele structuur. “De mensen in de kerkbanken vinden het belangrijk dater recht wordt gedaan aan de persoonlijke situatie van de overledene en de nabestaanden,” vult Thomas Quartier van het Thanatologisch Instituut aan. “De kerkelijke traditie komt nu op de tweede plaats. Dat is een omkering van de situatie uit het verleden. Veel pastors proberen daaraan tegemoet te komen. De meerderheid van kerken probeert een middenweg te zoeken.”
Laat de kerk in Noord-Groningen misschien die middenweg zien?
Pastoor Peter Wellen (van Uithuizen, Wehe den Hoorn, Kloosterburen, Delfzijl en Bedum) herkent de spanning tussen persoonlijke en kerkelijke religie. Nabestaanden komen met wensenlijstjes aanzetten. Toch heeft dat nooit geleid tot onoverkomelijke problemen. Wellen: “Als voorganger kun je balanceren. Natuurlijk, de kerk neemt afscheid, maar ik ben ook vertegenwoordiger van de familie.” Vooral in de muziekkeuze uit zich de spanning. “Ik luister eerst naar de wensen van de familie en zeg niet bij voorbaat ja of nee. Soms moet je de familie zelf laten ontdekken wat wel of niet kan.” Zo was er de familie die popmuziek wenste bij de uitvaart van hun zoon. Na overleg met de pastoor zagen ze daar vanaf. Als compromis werd de muziek zacht gedraaid, voorafgaand aan de uitvaart. “Je moet te allen tijde voorkomen in dit soort situaties in conflict te komen.”Van weigeringen van begrafenissen of uitvaarten staatWellen, die tien jaar in Oost-Groningen pastoor was, niks bij. Hoe zou hij in voorkomende gevallen oordelen? Wellen herinnert zich, zo vertelt hij, een casus die hij tijdens zijn studie kreeg voorgelegd bij een college met bisschop Ernst. De overledene had euthanasie gepleegd. Wellen: “Het eindresultaat daar was dat wij niet op de stoel van God moeten gaan zitten. Op het moment dat je besluit dat iemand niet op het kerkhof begraven mag worden, geef je een oordeel. Ik denk dat wij dat niet moeten doen.” En hij verwijst naar de tijd dat baby’tjes buiten de heg, in ongewijde grond werden begraven. “Ik kom nu nog bij mensen die dat als een ramp hebben ervaren.” Niettemin gebeurt het dat een parochiebestuur ‘nee’ zegt tegen een begrafenis. Want rooms-katholieke begraafplaatsen zijn soms maar klein en er is geen plek voor iedereen van buitenaf.
Of de spanning tussen het persoonlijke en het institutionele bij de katholieken groter is dan bij de protestanten, valt niet 1-2-3 te zeggen. “Als landelijke kerk hebben wij daar geen informatie over en ook geen beleid,” laat Jan-Gerd Heetderks weten, woordvoerder van de Protestantse Kerk Nederland. Wel weet hij, vanuit zijn jarenlange ervaring als predikant, “dat mensen steeds sterker zoeken naar een persoonlijke invulling van het afscheid.” Maar dat zal volgens hem niet zo gauw problemen opleveren. “Ik denk dat mensen die een alternatieve begrafenis willen hebben, veel mogelijkheden buiten de kerk hebben. Een katholiek zoekt het misschien binnen de kerk, een losgeraakte protestant zal het meer buiten de kerk zoeken. Een protestant meldt zich eerder af voor de kerk als hij er niks meer aan doet en komt dan ook niet voor een uitvaart terug bij de kerk. Een katholiek meldt zich niet zo snel af.” Toch ziet hoogleraar Wils het als een algemeen cultureel verschijnsel. Begraafplaatsen gaan onherroepelijk van karakter veranderen. En dan, stelt hij, “moeten wij ons de vraag stellen: van wie is het kerkhof? Vroeger waren begraafplaatsen altijd christelijk en altijd rond de kerk. Dat is veranderd. Ze krijgen steeds meer een publiek en open karakter. Dat zal deels bevochten worden, maar ook deels vanzelf gebeuren met ontkerkelijking en deconfessionalisering.” De algemene begraafplaats is een toevluchtshaven waar ieder, populair gezegd, zijn ‘ding kan doen’, maar de confessionele begraafplaats ontsnapt niet aan dit proces. “Vaak liggen op een begraafplaats familieleden en is men daar vertrouwd mee. Dáár wil men begraven worden. Men zal moeten accepteren dat het met de mono-rite van het begraven gedaan is.”