Klein comité met grote naam wil wet veranderen
© Anja KrabbenWat moeten we toch met het Comité van Waakzaamheid? Negeren? Serieus nemen? Hoewel het comit zelf graag anders wil doen geloven, lijkt het er op dat het hier vooral gaat om de obsessie van een persoon, waarvan de rest van Nederland niet echt wakker ligt.
Hoe was het ook al weer?
Het is voorjaar 2002. Bezoeker Hans Holdorp begeeft zich, als onbevoegde, op het werkterrein van begraafplaats Rusthof in Amersfoort en ziet de knekelput. Een voorjaarsstorm heeft het afdekplastic er van afgewaaid. Holdorp schrikt en omschrijft wat hij ziet later aldus: gedumpte resten van menselijke geraamtes, kleding, schoeisel en doodskisten die respectloos en zonder enige piteit in het verzamelgraf waren gedeponeerd. Holdorp belt met het ministerie van VROM. Een inspecteur komt kijken en constateert dat de begraafplaats op geen enkele manier de wet overtreedt, maar vraagt toch of de afsluiting van de knekelput voortaan beter in de gaten kan worden gehouden. Sindsdien gooien beheerder Martin Borst en zijn medewerkers sneller zand op de resten. Voor Holdorp is de zaak daarmee niet afgedaan. Want stelt hij, ook al is het wettelijk toegestaan en ook al gebeurt het achter gesloten hekken en niet zichtbaar voor het publiek, feit blijft dat de manier waarop begraafplaatsen met stoffelijke resten omgaan net piteitsvol gebeurt. Hij richt het Comité van Waakzaamheid op en vindt binnen zijn kennissenkring twee mede-comitleden: Cees Leliveld en Evelien Blom.
De naam komt bekend voor. Kan dat?
Het Comité van Waakzaamheid, dat hebben we inderdaad eerder gehoord. In de jaren dertig van de vorige eeuw richtten de schrijvers Menno ter Braak en Edgar du Perron het Comité van Waakzaamheid op. Doel: waarschuwen tegen het gevaar van het fascisme. In 1995 was er korte tijd sprake van een tweede Comité van Waakzaamheid. Toenmalig PVDA-politicus Felix Rottenberg en kunstenaar Rob Scholte, die in november 1994 door een aanslag in Amsterdam beide benen verloor, spraken over de oprichting ervan. Hun zorg: de maatschappelijke verwildering. En dan is er nu het Comité van Waakzaamheid uit Leusden, met (voorlopig) drie leden en als belangrijkste en (tot nu toe?) enige doel: waken over de stoffelijke resten van Nederland.
Wat wil het comité?
Oprichter Holdorp wil niet met ons praten. Hij is ontstemd over het stukje dat wij in het vorige nummer van De Begraafplaats aan zijn comité wijdden. Gelukkig zijn er nog genoeg anderen die wél licht op de zaak willen doen schijnen, en is er een folder. Daarin staat als doel: Het bewerkstelligen dat ruimen van graven op alle onderdelen in ieder geval pieteitsvol en zorgzaam op alle Nederlandse begraafplaatsen moet worden uitgevoerd en afdoende gecontroleerd, op basis van structureel verbeterde wetgeving. En van de prioriteiten is verder om het publiek beter voor te lichten over wat ruimen precies inhoudt.
Wordt er ondeugdelijk geruimd in Nederland?
Daar kunnen we kort over zijn. Bedrijfsconsulent Wim Zaalberg: Ik voel me aardig in mijn kuif gepikt omdat de heer Holdorp suggereert dat wij als begraafplaatsmensen maar wat aan zouden rommelen. Ik weet wel beter. De meeste lezers van dit blad ook.
Wordt het publiek slecht voorgelicht?
Bij algemene graven zijn het in eerste instantie de uitvaartondernemers die mensen moeten voorlichten over de duur van het graf en wat ruimen inhoudt. Je kunt je overigens afvragen of mensen die er voor gekozen hebben om bij twee vreemden in een graf te liggen, wakker zullen liggen van het feit dat ze tien jaar later in een groot verzamelgraf terecht komen. Op het moment dat een begraafplaats besluit te ruimen worden belanghebbenden vooraf gewaarschuwd. De meeste begraafplaatsen zetten een jaar voor de ruiming een bordje bij de grafakker en laten daarop weten waar mensen voor verdere info terecht kunnen. Vaak plaatsen ze ook een advertentie in een lokale krant. Mensen kunnen dan alsnog besluiten de resten opnieuw bij te zetten in een nieuw eigen graf. Eigen graven kunnen feitelijk onbeperkt verlengd worden elke tien jaar. Als mensen niet meer bereid zijn te betalen wordt er geruimd.
Misschien moet het begrip ruimen meer verduidelijkt worden voor het publiek?
LOB-voorzitter Sprenger is daar best voor. Ik denk dat de meeste mensen inderdaad niet weten wat er na afloop van het grafrecht met de resten gebeurt. Vooral voor een algemeen graf wordt vaak gekozen vanwege de lagere prijs en staat men er niet bij stil, dat het graf na tien jaar geruimd kan worden. Ik vind het goed als de LOB meewerkt aan het geven van algemene informatie over ruimen aan een groter publiek.
Holdorp pleit voor het apart verpakken van de resten voordat ze het verzamelgraf ingaan. Is dat een optie?
Sprenger: Voegt het iets toe dat resten individueel verpakt worden om daarna toch collectief in een verzamelgraf bijgezet te worden? Ik denk het niet. Om nog maar niet te spreken van praktische problemen, zoals: Wie betaalt dat? Hoeveel ruimte kost dit extra? LOB-secretaris Arie van Kooten waarschuwt in de Uitvaart van januari jongstleden dat dit feitelijk neerkomt op het onmogelijk maken van algemene graven. Sommige gemeenten hanteren de regel dat de keuze tussen begraven en cremeren geen financile keuze moet zijn. Het crematie- en algemeen graftarief is daarom gelijkwaardig. Bij het opheffen van algemene graven betekent dit zonder meer enorme prijsverhogingen.
Ook pleit Holdorp voor de terugkeer van het recht op een eeuwigdurend graf. Doen?
Willem van der Putten, die een dergelijke regeling voor individuen kan verzorgen bij zijn bedrijf Grafzorg, ziet er niets in daar een algemene mogelijkheid van te maken. Het nooit meer ruimen van graven is niet reel. De kosten van het in stand houden van zulke graven en eenmalig bruikbare begraafplaatsen zijn maatschappelijk niet te dragen. Graven zijn nú al zo duur.
Holdorp wil in overleg treden met de uitvaartbranche, betrokken ministeries en de Inspectie Volksgezondheid. De gemeenteraad van Amersfoort heeft hij al achter zich, zegt hij in Uitvaart. Klopt dat?
In Uitvaart wordt een raadscommissie voor de Ruimtelijke Inrichting opgevoerd die zegt de doelstellingen en activiteiten van het comité te ondersteunen. Wij hebben diverse ambtenaren van Amersfoort gesproken, maar niemand kent de raadscommissie voor de Ruimtelijke Inrichting. De verantwoordelijk wethouder is nieuw en kent de zaak nog nauwelijks. De griffie kan zo snel niets vinden over een officile steunverklaring aan het comit. En ook wie op de site van de gemeente Amersfoort zoekt, zal bij de zoektermen Comité van Waakzaamheid of Hans Holdorp niets vinden. Wie op Rusthof zoekt, vindt – komisch genoeg – meerdere aankondigingen van ruiming graven op begraafplaats Rusthof. Toch hebben de meeste door ons gesproken Amersfoortse ambtenaren wel van het comité gehoord, en laten ze gevraagd of ongevraagd weten zich te kunnen vinden in het streven van Holdorp, dat er pieteitsvol wordt omgegaan met stoffelijke resten. Om er echter direct op te laten volgen dat voor zover zij weten dit op de Nederlandse begraafplaatsen ook gebeurt.
Maakt het comité een kans om de Wet op de lijkbezorging veranderd te krijgen?
Wie je ook spreekt in de uitvaartbranche, niemand lijkt hier echt een issue, laat staan een probleem in te zien. Sprenger: Ik kan mij dan ook absoluut geen wetswijziging voorstellen, ook al omdat dit onderwerp bij de evaluatie van de wet in het geheel niet aan de orde is gekomen. Zijn er sowieso veel burgers die de zorg van het comit delen? Volgens Cees Leliveld, die wel met ons wil praten, nog niet, maar is het nog te vroeg om op veel bijval te kunnen rekenen. We zijn nog maar kort echt hiermee bezig. (Terwijl het comité toch al meer dan een jaar bestaat.) Wie er de krantenarchieven vanaf 2002 op naslaat, komt nauwelijks verslaggeving tegen over dit comité, hoogstens een enkel regionaal bericht. Maar hulp is onderweg. Want, zo laat Leliveld weten, Holdorp heeft een bekende Nederlander in zijn vriendenkring die zijn naam waarschijnlijk aan het comit wil verbinden. Meer kan ik nu niet zeggen.
Cees Leliveld is verbonden aan Yarden, is hier geen sprake van belangenverstrengeling?
Leliveld wil daar duidelijk over zijn. Hij maakt als vrijwilliger deel uit van het hoofdbestuur van de Vereniging Yarden. Dat zijn twee totaal verschillende dingen, mijn werk voor Yarden en mijn inzet voor het comit. Het laatste is een priv-kwestie. Elke suggestie anderszins is voor uw rekening. Leliveld heeft ook geen signaal van Yarden gekregen dat ze het vervelend zouden vinden dat hij bij het comité betrokken is.